Login to your account

Username *
Password *
Remember Me
Kees Vrijdag

Kees Vrijdag

Kees Vrijdag werkte tussen 1982 en 2012 bij KvK Rotterdam op de gebieden: haven, citypromotie, internationale handel en communicatie.
Hij zit in een aantal besturen: Vlaggenparade, Paul Nijgh-penning, Open Rotterdam en Aan Den Slag! En hij is ambassadeur voor Benefits for Kids. Ook is hij betrokken bij Het Gezelschap, Club 25 en 'Mankracht Rotterdam'. Door verbindingen te leggen in Rotterdam wil hij bijdragen aan de rijkdom van diversiteit in de stad.

In mijn werktijd bij de Kamer van Koophandel heb ik ‘alle hoeken van de Kamer’ gezien: haven, handel en city-promotie. Ook mocht ik een paar jaar adviseur Economische Stimulering zijn. Daarbij trad ik op voor groepen (startende) ondernemers, met tips & tricks over ondernemerschap - zo u wilt: do's and don'ts. Dat was ontzettend leuk om te doen. Op die manier kwam ik in contact met veel jonge, creatieve ondernemers.

Zo was ik ooit op een zaterdagmorgen gastspreker in De Machinist. Na mijn praatje stelde de presentatrice de vraag: “Als u het allemaal zo goed weet, waarom bent u dan zelf geen ondernemer?” Touché. Het was zo leuk, die ochtend. Daar moest ik even over nadenken. In onze familie was mijn moeder de ondernemer. Maar ik aard nu eenmaal meer naar mijn vader. Een sanguinisch type, een praatjesmaker, gezien op feesten & partijen. Maar met weinig geduld voor de klanten in onze winkel. Die vond hij maar lastig. Laat onverlet dat ik een groot zwak had en nog steeds heb voor creatieve ondernemers. En dan bedoel ik ondernemers in wat heet ‘de creatieve industrie’.

Ook nu – zeker nu, in post-corona tijd – maak ik een diepe buiging voor die enthousiastelingen, met een eigenwijze tik die vaak tegen de stroom in roeien. Ik noem hieronder drie voorbeelden van ondernemers, met ook een gay-inslag.

Hans Withoos, was onlangs te gast bij Mankracht en werd daar geïnterviewd door Arun Mahabier. Dat is altijd lastig: een gedreven beeldend kunstenaar die zijn werk toelicht aan de hand van talloze plaatjes. Het zijn ook geen gewone kunstwerken die hij maakt. Hans volgde een opleiding textielvorming en fotografie aan de Academie voor Beeldende Vorming in Tilburg. Zijn fotografische schilderijen weerspiegelen een vervreemdende esthetiek. Zodra hij daarover losbrandt is hij niet te stuiten. Maar ‘seeing is believing’: tot 8 mei in Museum Flehite in Amersfoort.

In het Mankrachtinterview met Arun (zelf tot voor kort eigenaar van galerie Art Attack) noemde én roemde Hans de rol van zijn galeriehouder Zic Zerp. Niet alleen de grootste, maar ook de aardigste galeriehouder in Rotterdam e.o. Ik mocht hem ooit interviewen - ook voor Mankracht. In commercieel opzicht is de rol van een goede galerist niet te onderschatten. Je moet niet alleen verstand hebben van beeldende kunst, de trends en beweging in de markt, maar ook beschikken over een uitgelezen kaartenbakje met kunstklanten en een gave om met die vaak bijzondere groep personen om te gaan. Tot 10 april is het werk van Hans bij Zic in de galerie in de Van Oldenbarneveltstraat 120 te zien.

Op nummer 124 zijn net Arij & Erik hun zaak ‘Devastator’ begonnen. Deze twee gepassioneerde modegasten hebben de inrichting van hun zaak zelf verzorgd, met hergebruikte materialen. Op elkaar gestapelde zwartgeverfde oude omakastjes krijgen ineens een andere dimensie. Toegegeven: bij de grote modeketens ben je vast goedkoper uit, maar als je echt entree wilt maken op een feestje (en het mag weer), verwen jezelf en jouw omgeving dan uit die opgepotte coronacenten. Ook de niet alledaagse naam heeft een aparte lading: “Wat ik mooi vind aan de naam is dat het schuurt. Het is een antoniem voor wat we eigenlijk doen. We willen niets kapotmaken, maar juist zuinig zijn en zo min mogelijk footprint veroorzaken.” Inmiddels timmeren Arij en Erik publicitair aan de weg, ook internationaal. ‘A Shaded View on Fashion’ schrijft over hen: "Devastator is a true example of what a multibrand physical store should look like: no more than a few artisanal designers and plenty of narrative for touching the customers inner joy."

En dat is precies wat mijn moeder ook dreef: klanten blij maken.

“Nog vijf nachtjes slapen vanaf nu” en dan is het zo ver: jij mag stemmen voor jouw gemeenteraad. Het doet ertoe, jouw stem, zeker nu. Na twee jaar pandemisch gedoe is er nu een Poetin-pandemonium. Met andere woorden: het democratische stemrecht is geen vanzelfsprekendheid. Wie nu het stemrecht niet benut, verliest wat mij betreft het recht van (mee)spreken in de stad. Je laat het dan over aan andere Rotterdammers. Je vindt het dan blijkbaar best wat anderen beslissen: een zwaktebod voor de komende vier jaar. Je telt dus mee af naar 16 maart. Maar hoe dan verder?

Als we het electorale spektakel eens vergelijken met een ui en we gaan die afpellen. Vaak zit er aan de buitenste schil wat rotte plekjes. Die kun je afpellen en gelijk weggooien. Een partij, waarvan de leider ‘Le Grand Putain’ een ‘geweldige vent’ vindt, kan zo in de GFT-bak. Bij het verder pellen kijken we naar de partijen die het Regenboog Stembusakkoord niet hebben onderschreven. Dat zijn er weliswaar niet zoveel maar het is voor mij een goed selectiecriterium. Een halve eeuw gay zijn mag ik best mee laten wegen bij mijn keuze. Een volgende schil is het bepalen van het thema uit het Regenboogakkoord. Het akkoord kent acht verschillende ‘thema’s’: inclusief beleid, veiligheid, uitgaan & ontmoeten, sport, onderwijs, zorg, kwetsbare groepen en zichtbaarheid.

Dat zijn allemaal zeer gewichtige belangrijke thema’s, maar ik pel dit af tot ik er één overhoud: onderwijs. Daarbij worden in het akkoord in één adem ook de jongeren genoemd. Het komt misschien door die halve eeuw dat ikzelf ‘open & out’ een prachtig leven hebben mogen leiden. Je gunt het iedereen om op diezelfde manier zijn of haar leven in te kunnen richten. Dat begint op de scholen. In het akkoord staan harde afspraken, concrete resultaten, waaronder: “De wethouder spreekt scholen aan op hun wettelijke plicht om voorlichting te geven en schakelt de onderwijsinspectie in zodra er indicaties zijn van LHBTIQA+-discriminatie bij scholengemeenschappen.” Hier wordt het afpellen een kwestie van inschatting en ervaring met de overblijvende partijen: wie is in staat om over een jaar die concrete resultaten te laten zien? Een quick scan van het programma kan daarbij helpen.

Dan kom ik tot de kern van de electorale ui: wie van de kandidaten op de lijst vertrouw ik? Is er iemand die ik misschien ken uit het verleden? Een persoon in het veld die een goede indruk heeft achtergelaten? Ik ben er wel uit, na dit rondje ‘afpellen’; nu nog aftellen…

----------

Redactionele toevoeging: het Regenboogakkoord is door de volgende personen ondertekend: Jet Valk (50PLUS), Precious Sadhoe (BIJ1), René Segers-Hoogendoorn (CDA), Eyasu Balcha (D66), Jimmy Smet (GroenLinks), Ingrid Coenradie (Leefbaar Rotterdam), Mats Bergman-de Zwart (PvdA), Ilse Oldenburg (PvdD), Mel Marcik (Socialisten010), Bert Peterse (SP), Pascal Lansink-Bastemeijer (VVD) en Luuc Dekkers (Volt). Het debat werd geleid door Maikel Coomans.

Russen, ik mocht ze al niet en nu helemaal niet meer. Ik weet, je mag niet generaliseren, maar ze hebben er alles aan gedaan om ge’disliked’ te worden. 

Drie voorbeelden, uit eigen ervaring. Toen wij in juli 2014 voor iets feestelijks in Baden Baden waren. Daar werden we in de ontbijtzaal geconfronteerd met de lompe manier van zichzelf bedienen. Alsof ze jaren niet te eten hadden gehad: hoog opgetaste borden. En in het Kurbad zelf paaiden de Nieuwe Rijken de dames met grote verhalen, te eng voor woorden. En na het neerhalen van de MH17 voelden wij ons zeer opgelaten ingeklemd tussen twee delen van één familie. Het verwende zoontje dat onze kamer verdwaald binnenliep heb ik op z’n Rotterdams teruggescholden naar zijn familie. Nee, ik vind het geen prettig volk. Ook bij een Russisch nationalistisch muziekstuk dat Valeri Gergiev tijdens het-festival-onder-zijn-naam met het RPhO speelde, kreeg ik een nare smaak in mijn mond bij het lezen van de beschrijving. 'Blut und Boden' waren er niets bij. Ik kon er niet voor applaudisseren en het is terecht dat het Festival op zoek gaat naar een andere naamgever. Le Festival de Yannick, klinkt al veel prettiger.

David en Goliath
Toen pastor Harold Schorren mij begin vorige week wees op het Vredesgebed voor de Oekraïne in de Laurenskerk ben ik op de fiets gesprongen en naar de kapel van Vrede en Verzoening gegaan. Daar is vorig jaar het Herdenkingsraam, ontworpen door beeldend kunstenaar Janneke Viegers, ingewijd. Iedere vrijdagmiddag is daar het Coventry-gebed voor Vrede en Verzoening, tegelijk met nog tientallen andere gebombardeerde steden. Met de dag zag ik de dreiging aanzwellen en voelde ik me tegelijkertijd ook machteloos, als eenvoudig persoon. Een kort gebed is dan misschien het minste wat je kunt doen. Een reactie op mijn Tweet over dit gebed (‘en zo’n gebed gaat je helpen?’) verwees mij naar 1 Samuel 17 : 31-54. Daarin verslaat David de Filistijn Goliath met een paar stenen uit zijn slinger. Een mooi Bijbels verhaal, maar de realiteit van nu is helaas anders. Het zou mooi zijn wanneer de übermacho in bloot bovenlijf op een paard door een jonge slingeraar werd afgeschoten. (Misschien vindt hij dat stiekem ook nog wel spannend.)

‘Verval en degeneratie’
In allerlei berichten werden de beweegredenen van de Nieuwe Tsaar uit de doeken gedaan. Zo wreef Poetin het Westen in dat ze hadden geprobeerd ‘Onze Traditionele Waarden’ te ondermijnen en mores probeerden te leren “die direct tot verval en degeneratie leiden omdat ze strijdig zijn met de menselijke natuur”. Hierbij doelde hij op rechten voor de lhbti+-gemeenschap, al langer een stokpaardje van hem. Hoewel het misschien op dit moment voor deze gemeenschap ook niet allemaal rozengeur en maneschijn is in het huidige Oekraïne, deze invasie belooft voor hen niet veel goeds. En dat naast de flagrante schending van democratische rechten van het volk in het algemeen.

Verzoening?
Bij het Vredesgebed afgelopen donderdag waren ook Rotterdamse Oekraïners aanwezig in de kapel. Dat maakte het gebed nog schrijnender. De voorganger deed het persoonlijke deel van het gebed in het Engels, opdat de gasten het ook konden volgen. Dat daarbij emoties loskwamen en hier en daar stemmen trilden: dat zal niet verbazen. In het gebed wordt meerdere keren de bede uitgesproken: "Heer, vergeef het." Onder het toeziende oog van de in het Vredesraam verwerkte Engel van Dresden en de puinhopen van de andere Verwoeste Steden lukte het uitspreken van die bede mij niet.

Afbeelding Vrede en VerzoeningHerdenkingsraam Vrede en Verzoening, Laurenskerk,
van beeldend kunstenaar Janneke Viegers

Het is alweer enige tijd geleden dat ik een column schreef over "I love the nightlife". Daarop volgde een fantasy-column over een gedroomde nacht uit. Dat krijg je als je een tijd ge-‘lockdowned’ leeft en een veilig opgeborgen bestaan leidt. Toegegeven, dat uitgaan was best al minder geworden in de loop der jaren. Maar het is een natuurwet van alle tijden: af en toe moet de stoom van de ketel, het dak eraf en het luie zweet eruit. Om de smaak weer een beetje te pakken te krijgen was er donderdag weer de avondborrel van ‘Mankracht’. Nu in bar ‘Vinn’; dat staat voor winnaar en dat willen we allemaal wel zijn bij het uitgaan, niet dan?

‘Pietje’: het boek
Maar voor het ‘échte’ uitgaanswerk heb ik me gewend tot de goeroe van The Gay Nightlife in Rotterdam: Piet Gamelkoorn, want je moet jouw kennis halen bij de bron. Binnenkort kan iedereen die kennis ophalen, Piet heeft zijn leven in geuren, kleuren en beelden vastgelegd in een boek. En dat onder de subtitel ‘Levensherinneringen van een Rotterdamse Jongen’. In meer dan honderd pagina’s komt bijna alles langs met aan het einde: "Je kunt niet alles vertellen." Dat is natuurlijk wel jammer voor de geschiedschrijving, maar er staat genoeg spannends in het boek over wat er zich in de afgelopen decennia in de Rotterdamse gay- en horeca-scene heeft afgespeeld.
Verder illustreert het die rijke geschiedenis met een bonte verzameling van kleurrijke foto’s van meer en minder bekende personages, nachtvlinders en (zaken)partners. Een van de bijkomende redenen voor Piet om zijn levensverhaal vast te leggen en te publiceren is: "Ik hoop dat anderen lering kunnen trekken uit mijn verhaal."
Naast zelf ondernemer te zijn (geweest) in allerlei bars en disco’s was Piet ook betrokken bij het organiseren van festivals als Roze Zaterdag in 2001, Roze Zondagen in het Museumpark en de Keerweer Parade. Dat is niet onopgemerkt gebleven op het stadhuis: Piet is gedecoreerd met de Erasmusspeld!

Do’s (or Dont’s?) voor het uitgaan van Piet
Hoewel de neiging om te blijven hangen in The Eighties, Nineties of Naughties natuurlijk erg groot is, gaan Piet en ik, samen met Impulsando-uitgever Evan, het nieuwe Gay-Nightlife van Rotterdam aan den lijve 'proeven'. Nu er sprake is van een nieuwe tijd – er is 'BC' (Before Corona) en ‘AC’ (After Corona) – hopen we op een nieuwe vorm van uitgaan. We geven daarvoor een paar 'dos and don'ts', waar je zelf over na kunt denken en een keuze uit kunt maken.

  • Neem vooral een pil, voor alle zekerheid twee, snuif er wat poeder & poppers doorheen en overgiet deze mix met baco’s. De volgende dag weet je zeker dat het heel leuk is geweest, maar alleen niet meer waarom.
  • Neem een volgeladen mobiele telefoon mee want je moet er een hele nacht mee doen: betalen aan de bar (belangrijk voor de horeca) en je moet natuurlijk iedereen elke minuut kunnen volgen en ook kunnen delen wat er allemaal om je heen gebeurt. Maar weet jij wel wie er naast jou zit?
  • Een avondje uit: maak het je zo gemakkelijk mogelijk. Trek lekker dat grijze, te ruime joggingpak aan, met vooral ook nog die vertrouwde ochtendgeur. Zo’n comfortzone maakt je vast woest aantrekkelijk voor andere uitgaanders.

Wij gaan voor nieuwe ontmoetingen, met een open mind en een pittige cocktail Diablo het nieuwe uitgaan tegemoet. We kijken uit naar al die frisse fashion-icons en muscle-types in een Rotterdam dat ruikt naar Mugler’s ‘A*men’.

Voor het bijwonen van de boekpresentatie van 'Pietje, een Rotterdamse jongen' op 27 maart 2022 om 15.00 uur in het theater van Donner (Coolsingel 129, Rotterdam), kunt u hier reserveren.

"Doe het vuur onder de aardappelen maar uit, Nelis!", riep mijn vader door de zwarte bakelieten telefoon tegen zijn broer op de ‘Boerenzij’, als Feyenoord verloren had. "D’r wordt vanavond zeker niet gegeten op Zuid." Daar klonk altijd veel leedvermaak in door. Mijn vader was een fanatieke Spartapiet. Hij ging ooit mee met een supportersreis naar de cupwedstrijd tegen de Glasgow Rangers in 1960. Ik wil maar zeggen: een échte supporter die verder kwam dan een staanplaats op de Schietribune. Zijn broer Nelis woonde op Zuid, in de Donkerslootstraat, recht tegenover de Kuip. Daar leefde men vanzelfsprekend mee met wat er met Feyenoord gebeurde. En, zoals gezegd, als er verloren werd dan greep mijn vader, die uit zuinigheid nooit opbelde, de zwarte telefoon. Zeker als dan ook Sparta nog gewonnen had.

Drie keer aan de bal
Mijn eigen ervaringen met voetbal zijn niet zo heel talrijk. En meestal ook niet zo heel positief. Een wedstrijd in Schiedam tussen gemeenteambtenaren (ik was Ambtenaar Sportzaken, dus moest wel meedoen) en journalisten kan ik me alleen maar herinneren omdat een lokale verslaggever met zijn noppenschoen bovenop mijn in een tennisgympie gevatte wreef ging staan.
De keer dat ik voor een wedstrijd in De Kuip was uitgenodigd in een businessloge, kwam ik op weg naar de entree langs een monstrueus immens waterkanon. "U kunt beter een andere ingang nemen, meneer." Ik was genodigde en zag er niet-hooliganachtig uit, dus ik werd omgeleid. Eenmaal binnen bleek ik te gast te zijn in dezelfde unit als de zogenaamde ‘Driehoek’. Een bijzondere ervaring.
Een andere bijzondere ervaring was op Het Kasteel. Bij een blessure van een tegenstander legde een Spartaan het spel stil. Ik vond zo’n sportief gebaar wel een applausje waard. Maar achter mij klonk het: “Wat zit je nou te klappen, homo?" Ik liet het ‘h-woord’ maar onbeantwoord, maar voelde dat mijn neef die naast mij zat er ongemakkelijk van werd.

300 Roze Kameraden
‘Schelden doet geen zeer’ heette dat vroeger op het schoolplein. Maar ‘kankerhomo’ doet wel pijn. Zowel vanwege de akelige ziekte als het gebrek aan respect voor iemands ‘anders’ zijn. En dat terwijl het woord homo ‘hetzelfde’ betekent. Het is beschamend wat de initiatiefnemer van de LHBTI-fanclub ‘Roze Kameraden’, Paul van Dorst, over zich uitgestort heeft gekregen in de afgelopen tijd. Het zegt veel over wat er omgaat in de voetbalsport, in onze stad en in de hoofden van supporters.
Het initiatief van de Roze Kameraden werd na de lancering vorig jaar breed en warm omarmd door voor de politici. Dat waren en zijn mooie woorden. Maar je kunt ook een daad stellen. Ook als verstokte Spartapiet, aanhanger van Excelsior of lid van Leonidas. De legendarische Griekse held die met 300 man een veldslag won; dat kunnen wij ook, met het Roze Legioen van 300 personen. Dus: allemaal lid én supporter worden van deze roze supportersvereniging, die toevallig deze voetbalclub op Zuid supportert.

Ik hoor het mijn vader (bijna) zeggen: "Feyenoord, naar vóóóóruh!"

Quotes uit Verslag van activiteiten 2010 / 2011:

pagina 2, paragraaf 1, (158 woorden):
…”Het gaat bij de gesprekken op de scholen overigens niet alleen om het thema homoseksualiteit maar het is zonder moeite breder te maken naar veiligheid, omgaan met pesten en gekend worden uit de gesprekken is sterk naar voren gekomen dat het heel belangrijk blijkt welke waarden en normen meegegeven worden aan de leerlingen en hun ouders. Daarbij kan gesteld worden dat het bijzonder onderwijs soms duidelijker is in het aangeven wat de normen en waarden zijn wat een helder kader geeft voor de cultuur van een school.

Ook is ons gebleken dat voor een veilig leer- en werkklimaat het erg belangrijk is dat de school actief invulling geeft aan een vorm van kleinschaligheid. Daarbij is kennen en gekend worden, weten welke problemen er spelen, gesprekken hebben ovr thema’s als veiligheid en homoseksualiteit zonder dat er zich incidenten voordoen en een directe toegang van leerlingen naar de directeur van groot belang om een open sfeer op school gestalte te geven.”

pagina 2, paragraaf 4 + Advies 1, (135 woorden)
“Homoseksualiteit dient niet bij voorkeur apart te worden geagendeerd maar vraagt om een goede verbinding met andere thema’s. Het is een thema dat goed te verbinden is met o.a. biologie, emancipatie, burgerschap, maatschappelijke oriëntatie, diversiteitsbeleid en veiligheid. Dit zijn voldoende aangrijpingspunten die echter op scholen soms met moeite gelegd worden. Het is van belang dat een school een heldere koppeling maakt van het onderwerp homoseksualiteit en het ook regelmatig wordt ‘geagendeerd’.  Op diverse scholen wordt de omgang met thema’s als homoseksualiteit ook in schoolbesturen of vergaderingen van schoolleiders besproken. Concreet moet echter wel worden gemaakt wat elke school op dit vlak voor resultaten neerzet, waarbij de minimumnorm een basis kan zijn.”

Advies 1: Homoseksualiteit opnemen als een van de kerndoelen in het onderwijs waarbij een minimumnorm bruikbaar kan zijn als een richtinggevend kader voor schoolleiders.”

pagina 3, paragraaf 5 (143 woorden)
“De wijze van ondersteuning van scholen vraagt expliciet aandacht daar waar het om homoseksualiteit gaat. Er lijkt soms te veel in standaard middelen gedacht te worden, zoals bijvoorbeeld COC-voorlichtingen en het programma Rotterdam Verkeert. Er is echter een meer ongrijpbare laag binnen scholen die veel essentiëler is, en dat is de toerusting van leraren. Vinden zij het makkelijk of moeilijk om een thema als homoseksualiteit te herkennen en bespreekbaar te maken? Is het docentenkorps binnen een school voldoende toegerust op het bewaken van sfeer, respect en verdraagzaamheid ?……Het lijkt van belang om werkmethodieken te hanteren die een onderwerp als bijvoorbeeld homoseksualiteit op andere wijze bespreekbaar maken dan via de individuele lesoverdracht. Het stuk ‘Seks in de stad’ van het Rotterdams Centrum voor Theater werd door veel schoen benoemd als een positieve wijze om met leerlingen over dergelijke onderwerpen het gesprek aan te gaan.”

Quote uit verslag gesprek met RV&AV Sparta 23 augustus 2013 (128 woorden)
“Perry van ‘De Betrokken Spartaan’ geeft aan dat hij niet veel heeft met het onderwerp en het ook niet zo relevant vindt. We spreken over de Gay Pride en de KNVB die meegevaren heeft en de reactie van René v.d. Gijp op deze deelname. Volgens Perry is dat ook gewoon een mediastunt om dit te doen.
We spreken over het feit dat er in de sport toch weinig bekende homo's zijn. Perry geeft aan dat het hem niet boeit of iemand homo is of niet. Hij vraagt zich ook af in hoeverre homo's willen (blijven) sporten.
Perry vraagt zich af of het zo is of homo's vanwege hun motoriek wel of niet sporten. Hij zou daar wel wetenschappelijke gegevens over willen zien of weten waarom homo's apart sporten.” 

Quote uit Beknopt verslag werkzaamheden over 2014 (172 woorden)
“De afgelopen twee jaar (2013, 2014) hebben de ambassadeurs in opdracht van het College van B&W voetbalclubs benaderd en bezocht met als doel het verenigingsbeleid homovriendelijker te maken. Achtergrond van deze opdracht was dat acceptatie van seksuele diversiteit in de sport- en met amen de voetbalwereld nog lang geen gelopen koers is. Ook projecten van de KNVB die hierop gericht zijn, zoals Veilig Sportklimaat, geven aan dat er op dit gebied nog heel wat verbeterd kan worden……..Alle inspanningen van de homo-ambassadeurs ten spijt is het niet gelukt om de op 25 november 2014 geplande conferentie in het Feyenoordstadion te organiseren. Ondanks eerdere toezeggingen trok Feyenoord zich terug. Dit had ook zijn weerslag op de betrokkenheid van Sparta en Excelsior en daarmee op de kans om amateurverenigingen geïnteresseerd te krijgen.
Naast deze inspanningen op voetbalgebied hebben de ambassadeurs in 2014 advies uitgebracht over het roze evenement dat in 2014 is georganiseerd, de Rotterdam Pide. Mede dankzij hun inzet én een kunstige ingreep om twee ‘uiteenlopende’ partijen aan elkaar te verbinden, was dit evenement succesvol.”