Het gesprek begon met de vraag waarom er pas sinds kort een ‘Pride Netwerk’ binnen het CDA is.
Frank: Binnen het CDA was je seksuele geaardheid en identiteit heel lang een ‘non-onderwerp’. Iets wat men niet nodig vond om te bespreken. Zo zijn er veel CDA-bewindspersonen geweest met een niet-heteroachtergrond. Het was gewoon geen onderwerp. Dat is best jammer, want de partij had zich veel meer positief kunnen uitspreken. Wopke Hoekstra zei daar onlangs over: "Eigenlijk moeten we overcompenseren voor de vorige 40 jaar."
Astrid vult aan: Super wat jullie voor elkaar hebben gekregen. Door het Pride Netwerk zie je dat mensen toch anders tegen het CDA aan zijn gaan kijken. Het gekke is, als je je niet openlijk uitspreekt dan wordt er wel eens gedacht: als je niet voor ons bent, dan ben je tegen ons.
Frank: We kunnen ook goed een brugfunctie vervullen tussen de verschillende partijen. Laatst hebben we ons als CDA Pride Netwerk beklaagd over het burgerschapsonderwijs. Daar hebben de regenboognetwerken van de politieke partijen zich achter geschaard. Het is ongehoord dat we in Nederland in het burgerschapsonderwijs nog altijd vage kerndoelen hebben over seksuele diversiteit en geaardheid. Het dilemma is: hoe rijm je dat met de vrijheid van onderwijs? Toen hebben we bedacht dat elke school in ieder geval helder moet maken wát zij doen aan het onderwijs op dat gebied. Zie daarvoor ook dit opinie artikel in Trouw. De inspectie klaagde al 18 jaar dat ze niet konden handhaven.
Astrid: Het COC heeft hier ook behoorlijk op gedrukt. Sowieso dat verdwijnt dat ouders wordt gevraagd om verklaringen van scholen te tekenen waarin LHBTI’s worden afgewezen. En dan kan je wel zeggen ‘het is maar een symbool’, maar als kind kom je op een school, je ouders hebben voor iets getekend, en begin je met een achterstand. Dat kan gewoon niet. In 2012 werden scholen na jarenlange campagne van COC via de kerndoelen verplicht om respect bij te brengen voor seksuele diversiteit in de samenleving. Hoe je dat doet, is nu nog aan eigen invulling. Er zijn lesmethodes waar jonge scholieren voorgespiegeld wordt dat de straf voor homoseksuelen verblinding, een stenenregen en de dood zou zijn. Scholieren hebben recht op een school waar ze zich veilig en geaccepteerd voelen en dat kan niet met zo’n lesmethode.
GR: Die boeken zijn ook in gebruik in de regio Rotterdam?
Astrid: Ja, want in de gemeenteraad van Rotterdam is dit nog besproken. Destijds werd er ook gezegd door Slob (de minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media in het kabinet-Rutte III, red.) ‘we grijpen in’ en betrof het Islamitische scholen, maar in het geval van de gereformeerde scholen was het ineens ‘vrijheid van onderwijs’. Daar wringt voor mij wel de schoen. Het maakt mij helemaal niet uit vanuit welke achtergrond iets gebeurt. Jongeren moeten zich veilig voelen op school. En niet dat je les krijgt op een manier waarin je afgewezen wordt in je eigen zijn.
Astrid Oosenbrug, voorzitter COC Nederland
GR: Vrijheid van onderwijs, dat is traditioneel een hot issue voor het CDA.
Frank: Ja, dat is heel belangrijk. Driekwart van de leerlingen op basis- en middelbaar onderwijs zit op zo’n ‘bijzondere’ school. Dat is meestal christelijk onderwijs. Generaties voor ons hebben er voor gestreden om dat in de Grondwet te krijgen. Dat moeten we zien als een uitgangspunt voor onze samenleving. En die grondrechten, zoals vrijheid van meningsuiting en godsdienst, staan niet ter discussie, maar wel hoe ze in balans te houden. Wat het CDA Pride Netwerk betreft, is het onbespreekbaar om daarin vaag te blijven. Zowel leerlingen als docenten moeten zich veilig voelen. Dat de CDA-fractie heeft ingestemd met de Tweede Kamer om de onderwijsinspectie beter toezicht te kunnen laten houden is geen verrassing voor ons. Zonder in details te treden, maar we hebben daar als netwerk alles aan gedaan.
Astrid: Al eerder hebben wij vanuit COC Nederland bij de Tweede Kamer aangedrongen om in de burgerschapswet te verankeren dat LHBTI’s zich in de klas veilig en geaccepteerd weten en nu kwam er met de nieuwe burgerschapswet de mogelijkheid om dat amendement toe te voegen. Dat zit heel erg in woorden, maar dat is nu eenmaal hoe wetgeving werkt. Dat was een mooie samenwerking tussen COC en de LHBTI-netwerken van de politieke partijen zoals CDA Pride van Frank. Dan zie je dat het helpt als je de handen ineenslaat. Samen ben je sterk.
GR: Hoe ga je om met verschil in opvattingen in de maatschappij over seksuele diversiteit? In de discussie zie je dat de ideeën daarover uiteenlopen.
Astrid: Voor het COC staat het doel voorop: dat iedereen zichtbaar zichzelf kan zijn, ongeacht seksuele voorkeur, genderidenteit, geslachtskenmerken, huidskleur, geloof etc. Die veilige omgeving is er nu gewoon niet voldoende, daar komen we steeds vaker achter.
Frank: Hier zijn onderzoeken over, onder andere van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP), daar wordt je niet vrolijk van. Daaruit blijkt dat de aangiftebereidheid heel laag is. Dit is een onderwerp waar we elkaar vinden. Er zijn wel verschillen tussen het COC en de opvattingen van de netwerken in de politieke partijen, beetje ‘glas half vol’ of ‘glas half leeg’. Wij zijn zelf naar minister Grapperhaus (de minister van Justitie en Veiligheid in het kabinet-Rutte III, red.) toegestapt en hebben gesteld: "Het kan toch niet zo zijn dat geweldpleging tegen LHBTI+-personen toeneemt, maar dat er steeds minder aangiftes zijn?"
Frank Buijs, voorzitter CDA Pride Netwerk
Astrid: Je ziet dat de aangiftebereidheid afneemt. Het begint bij de basis, dat is voor ons onderwijs, omdat wat je van huis uit meekrijgt niet altijd aansluit bij hoe de wereld in elkaar zit, dus op school moet je daarover extra lessen krijgen. Als ook op school ‘homo’ nog steeds het meest gebruikte scheldwoord is, dan gaat het in de basis mis. Zorg dus dat leerkrachten ingrijpen op zo’n moment en daar met uitleg over diversiteit op reageren. Dat is goed burgerschapsonderwijs. Zeven op de tien LHBTI’s krijgt in hun leven te maken met fysiek of verbaal geweld vanwege hun identiteit en transgender personen krijgen zelfs tot zeven keer vaker dan gemiddeld met geweld te maken. Dagelijks doen gemiddeld bijna zes LHBTI’s melding of aangifte van geweld en discriminatie wegens hun identiteit. Aanpak geweld is speerpunt voor COC. We willen onder andere discriminatierechercheurs, tijd en geld voor Roze in Blauw en aandacht op de Politieacademie.
Astrid Oosenbrug is getrouwd met Rob en heeft een vriendin Anna (die woont op Tenerife, maar er wordt regelmatig op en neer gereisd). Astrid is moeder van vier kinderen. Van 2012 tot 2017 was zij Tweede Kamerlid voor de PvdA. Samen met 2 compagnons heeft zij een stichting die zich bezighoudt met cyberveiligheid en coacht zij jongeren met name op de ethische kant van het hacken. Astrid is als vrijwilliger sinds 2018 voorzitter van COC Nederland en is onlangs herkozen voor een nieuwe termijn van 2 jaar. |
Frank Buijs is getrouwd met Maarten en samen waren ze met tussenpozen bijna vier jaar lang met veel plezier pleegouders van drie kinderen. Frank is verantwoordelijk voor de Nederlandse public affairs en communicatie-activiteiten van het Japanse bedrijf Takeda. Vanaf de officiële start in februari 2019 is hij voorzitter van het CDA Pride Netwerk. Het CDA Pride Netwerk is opgericht om te zorgen dat het CDA zich explicieter uitspreekt over de gelijkwaardigheid van iedereen die een positieve bijdrage levert aan de Nederlandse maatschappij, of je nu hetero bent of niet. Frank is ook duo-raadslid voor het CDA in de gemeente Lansingerland. |