Login to your account

Username *
Password *
Remember Me

‘Ons’ Wereldmuseum is bijna weer terug en open. Als onderdeel van een ‘vierschap’ aan instellingen gewijd aan Wereldculturen. Na een periode van reorganisatie en verbouwing staat het weer als een huis. Een van de nieuwe onderdelen is ‘de Superstraat’: op zich al een reden om een keer te gaan kijken. Ok, speciaal voor de ‘kids’ maar ook voor volwassenen een eyeopener.

Tijdens Rotterdam Pride waren er overal regenboog- of progressvlaggen te zien in de stad. Als ‘baas’ van de Vlaggenparade krijg ik daar een opgewonden kleur van. Ook op de schepen van het Maritiem (Buiten) Museum wapperden de vlaggen met Pride & Trots. Een duidelijk statement in deze woelige tijden op een prominente plek.

Onlangs was ik te gast in het spiksplinternieuwe Port Pavillion. Dat is het voorlichtingscentrum over de Rotterdamse haven. Bezoekers en nieuwe Rotterdammers kunnen daar hun licht opsteken over wat de haven betekent voor de stad. En je kunt via een ingenieus systeem allerlei highlights in het havengebied ontdekken.

Waar nu dat Port Pavillion zit had het Maritiem Museum ooit tijdens een Museumnacht een ‘rossig’ havencafé ingericht. Je waande je zo in het Katendrecht van toen. Of misschien nog eerder in een ‘Hafenkeller’ in Sankt Pauli. Met allerlei haven- en scheepvaartattributen – je bent een Maritiem Museum of niet – was er een geweldige donkerbruine en spannende sfeer geschapen. De gastheren en -vrouwen van het Maritiem Museum waren compleet uitgedost in outfits ‘fit for the occasion’. Er waren ook optredens van ‘chanteuses’ met gehavende netnylons en muzikanten in de Bretonse strepen van Jean Paul Gaultier.

Bij mij riep het echt het beeld op uit de film van Rainer Werner Fassbinder: ‘Querelle’. Geen lachebekje, die Fassbinder, het boek van Jean Genet kent ook zo zijn duistere kanten en met de titelsong ‘Each man kills the thing he loves’ door Jeanne Moreau is het feest compleet. Of: het is compleet geen feest. Maar met dank aan hunk Brad Davis is het wel een iconische film, met een ronduit fantastisch décor, kleurrijke setting en homo-erotische sfeer. Veel broeieriger kan het niet worden. In mijn fantasie zie ik die drie stromen samen komen: de inclusieve vertaal- en inhaalslag van het Maritiem Museum, de kelderruimte onder het Port Pavillion en een ‘sleazy cabaret’ waar iedereen ‘Wilkommen, Bienvenu, Welcome’ is.

Op 4 mei stond er een Rotterdammer op de Dam. En hoe. Alom oogstte de geboren Delfshavenaar (zie het plaatje bij de column) lof. Op een enkele criticaster na. Zo las ik de ingezonden brief in het AD van 7 mei van meneer Gerard Brekelmans: “Als je tijdens zo’n herdenking niet meer weet te zeggen dan dat je blij bent met het homo-monument, symbool voor dat je de geaardheid mag hebben die je hebt, dan heb je het niet over de oorlogsdoden maar dan bezing je je eigen bubbel.” Zo dan, dacht ik. Meneer Brekelmans heeft a. niet goed geluisterd en b. slaat 'ie de plank volkomen mis. Dat vraagt om een reactie. Bij dezen.

 

Bombardement

Onze spreker op de Dam begon bij zijn jeugd in het platgebombardeerde Rotterdam.

Het bombardement wordt op de dag dat deze column wordt gepubliceerd, vrijdag 14 mei, op verschillende manieren herdacht. In de toespraak op de Dam werd het militair strategische aspect van dit bombardement aangegeven: de Nazi’s zouden na Rotterdam ook Utrecht, Den Haag en Amsterdam platgooien. De Blitzkrieg verliep minder ‘blitz’ dan voorzien. Hoe goed, mooi en terecht om dit tijdens de Nationale Herdenking te benoemen. (Persoonlijke noot: zeker ten overstaan van ZM en HM, die in 2015 braken met de Koninklijke traditie om op 14 mei het RPhO-concert ‘Mahler 2’ bij te wonen.)

 

Razzia

In de toespraak werd ook stilgestaan bij de grote razzia van 11 november 1944. Die dag werden 52.000 mannen tussen de 17 en 40 jaar bijeengedreven en weggevoerd.

‘Serious business’: "Op hen die pogen te ontvluchten of weerstand te bieden, zal worden geschoten.” In de Duitse werkkampen vallen 500 doden. Zij die terugkeren zijn voor het leven getekend. Pas sinds een aantal jaren is er aandacht voor deze ongekende oorlogsmisdaad. In april 2020 is een stichting opgericht om tot een monument te komen. Hoe terecht, mooi en goed is het om ook dit tijdens de Nationale Herdenking te benoemen.

 

Zwijgen

Het antwoord op de vraag van dan nog Kyvon jr. aan Kyvon sr., hoe dat was, die verplichte werktijd in Duitsland, luidde steevast: “Dat wil je niet weten, jongen.”

Een vergelijkbare reactie geeft Esther Scheldwacht als moeder in het toneelstuk ‘Hoe mooi alles’ over Leo Vroman tijdens een familiediner. Als de kinderen haar vragen hoe het was in het Jappenkamp: “Dat was geen prettige tijd; wil er nog iemand soep?” Hoe herkenbaar voor duizenden kinderen uit de tweede  en derde generatie. Hoeveel nare, bittere en traumatische ervaringen zijn er niet naar binnen opgeslagen. Hoe mooi, goed en terecht om ook dit tijdens de Nationale Herdenking te benoemen.

 

Persoonlijk herdenken

In “Wil er nog iemand soep?” herken ik mijn moeder. Ik herdenk de oorlog op 15 augustus, op de Boompjes, bij het ‘Indische Straatsieraad’. Zo geeft iedereen een persoonlijke invulling aan zijn of haar moment en plek van Herdenking. Die optelsom vormt samen de collectieve herdenking. Ik vond het fantastisch van André van Duin te horen dat hij 30 jaar lang op 4 mei met partner Martin naar het Homomonument ging. Daarom, meneer Brekelmans: hoe goed, treffend én correct is het ook dit tijdens de Nationale Herdenking te benoemen. Niks ‘eigen bubbel’.

In deze column dit keer de spot op ‘something completely different’. Maar wel iets wat ons allemaal ontzettend bezighoudt, dagelijks goed is voor volle pagina’s en ook steeds meer zorgen baart. Hoe gaat het met onze werkers in de gezondheidszorg?  

Voor de zomer nog had een groepje mensen, die tweejaarlijks een onderscheiding in de stad uitreiken, bedacht: “Hoe mooi zou het zijn als we de harde werkers in de gezondheidszorg ‘op het schild hijsen’? Als collectief dank-je-wel namens de stad, namens alle Rotterdammers.” 

Zo gezegd, zo gedaan. Dat is best een hele puzzel, maar waar een wil is… Een datum was al eerder met de burgemeester en het stadhuis afgesproken, een vrolijke artiest was bereid gevonden voor een muzikaal intermezzo en in de hal van het stadhuis stonden op de omloop de receptiebuffetten al klaar. Bij wijze van spreken dan. 

Vorige week woensdag zouden de Paul Nijgh-penningen aan zes zorgmedewerkers feestelijk worden uitgereikt. Maar de vierde golf kwam daartussen: het stadhuis ging op slot, de ‘penningkrijgers’ en hun 150 genodigden moesten aan de bak in het ziekenhuis en de feestspeeches konden worden opgeborgen. “Het voelde niet goed om nu een feestelijke happening te houden.” De bronzen penningen verroesten niet en wachten op betere tijden. 

Gelukkig zijn er door Open Rotterdam fantastische, indringende en ontroerende 1 minuutfilmjuweeltjes gemaakt. Die zijn vanaf medio oktober, per week één portret, uitgezonden.  

Op Open Rotterdam  vindt u die filmportretten* van de laureaten en hun collega’s: 

  • GGD: Timo Boelsums
  • ‘Hulptroepen’: Anne Hanschke
  • IC-verpleegkundigen: Annemarieke van Heijningen
  • Ambulancechauffeur: Rutger Jongejan
  • Schoonmakers: Dilek Kaya Topal
  • Laboranten (virologie): Claudia Mulders

Wie wil weten hoe het in de zorg is, hoe het eraan toe gaat, ook nu weer: kijk die zes minuten naar deze noeste, onversaagde en dappere Rotterdammers. 

*Met dank aan de Erasmusstichting en stichting Volkskracht

Onder het motto nooit te oud om te leren volg ik een cursus bij de Erasmus Academie. Dat klinkt heel chic maar het was tot voor kort ‘HOVO’: Hoger Onderwijs Voor Ouderen. Dat klinkt naar Schotsgeruite plooirokken, versleten colbertjes en grijze haren. De cursisten hebben de tijd, het geld en ook de zin om kennis op te doen. Ik doe daar met veel plezier aan mee, want je zit voor een prikkie op de eerste rang bij het wetenschappelijke onderwijs. 

Met docenten die er echt werk van hebben gemaakt. Zo geeft Krzysztof Dobrowolski-Onclin les in ‘de Goddelijke LHBT’. Dat gaat over Roze Motieven in de mythologie. Na het eerste college voelde ik me een onbehouwen platte kunstkijker. Dus dat was Les 1: kijken, kijken en kijken.

Een tweede les was zijn uitleg van het Roze Alfabet: LHBTQIAP+. Na het derde deel van de docu-serie van Michiel van Erp ‘Roze Revolutie’ over gender, sekse en identiteit dacht ik het alfabet onder de knie te hebben. Wie deze serie heeft gemist: terugkijken verplicht. Fascinerend om alle persoonlijkheden en uitingsvormen geportretteerd te zien.

Krzysztof liep nog eens haarscherp de letters langs. Het voert te ver om dat nu hier over te doen (is ook nog een beetje preken voor eigen parochie), maar in de discussie met de digitale cursisten kwam verwarring naar boven. Men zag door de letters het alfabet niet meer. De plus aan het eind als ‘restcategorie’ deed de deur dicht. Zeker toen daar ook nog het begrip ‘non-binair’ aan toe werd gevoegd, want dat is onder geen letter te vatten. Dat leidde tot de verzuchting van een van de ‘ZOOM’ers’: “Dit kan handzamer!”

En ondanks dat ik kennis heb van meerdere letters uit het alfabet blijft het een moeizame zaak om dit in bredere kring uit te dragen. Het lijkt me een goede zaak als we ons onder een regenboogvlag en één term kunnen scharen. Lastig natuurlijk met al die net herwonnen identiteiten. Eén letter, één term, sprak mij wel aan: de ‘Q’ van ‘Queer’. Daar werd de betekenis van ‘hokjesloos’ aan gegeven. Dat zou iets moeten zijn dat iedereen aanspreekt. Maar mijn persoonlijke favoriet is toch de ‘G’, uit de Engelstalige opsomming. Want bij ‘Gay’ hoort Vrolijk en dat is wat het Roze Leven is, zonder hokjes.

De homoambassadeurs gingen een aantal jaren terug op bezoek bij schooldirecties. Om te zien hoe zij omgingen met diversiteit. Zo stonden Hugo Bongers en ik een keer op de stoep bij een groot bakstenen schoolgebouw. Er werd opengedaan door een conciërge met een witte bril. “Dag, ik ben Karel. U komt voor de directeur? Loopt u maar met mij mee.”

Dat was nog eens een vriendelijke, duidelijke en efficiënte ontvangst. Duidelijk ook, want wij voelden ons gelijk thuis als homoambassadeurs. Niet alleen vanwege de witte bril, maar ook verder spraken kleinigheden voor zichzelf. Karel wás ook vooral zichzelf. Het gesprek met de directeur en een vertrouwenspersoon uit het lerarenkorps verliep in een goede sfeer. De school staat in een deelgebied met overwegend bewoners met een migratieachtergrond’. Ik citeer uit het verslag van dit gesprek: “Uitgangspunt van het directiebeleid is ‘handhaven van de balans’. De grote verscheidenheid van culturen op de school is een risico. Alles is erop gericht een goede balans tussen culturen, godsdiensten en etniciteiten te handhaven. De directie moet waakzaam zijn, adequaat reageren en extremen eruit halen.” Volgens de directie slaagde men daar redelijk goed in. Allerlei voorbeelden van goede resultaten, oplossingen en gebluste brandjes passeerden de revue.

Mij is vooral bijgebleven dat er in een les over homoseksualiteit gesproken werd. Daarbij vond een aantal jongens van de tussenleeftijd dat ‘die allemaal op een boot moesten worden gezet naar een ver eiland of zoiets’. “Maar wat doen we dan met Karel?” “Neen, Karel niet natuurlijk; Karel is van ons”, luidde het bijna verontwaardigde antwoord. Dat vonden wij een mooi statement bij het slot van ons gesprek. Karel met de witte bril begeleidde ons weer naar buiten. In het verslag staat daarover: “Bij het afscheid meldt de duidelijk homoseksuele conciërge dat leerlingen ‘altijd bij hem komen uithuilen als er iets mis is gegaan.”

Ik ben voor een standbeeld voor onze ‘Karels met de witte bril’.

Mijn vorige 'Column van Vrijdag' eindigde met de 71 landen wereldwijd waar de LHBTI+-rechten onder druk staan. Als er al sprake is van rechten. De vraag was of wij vanuit Rotterdam een bijdrage kunnen leveren aan de bewustwording rondom deze schrijnende toestand. 

Vlag als Welkomstgroet
Bij het woord ‘vlag’ schiet ik direct in de houding. Ik ben al een jaar of 10 nauw betrokken bij de Vlaggenparade aan de Boompjes. Daar hangen 193 vlaggen van alle landen die aangesloten zijn bij de VN. Dat is bedoeld als een 'Feel Welcome’ aan alle nationaliteiten die in Rotterdam wonen of onze stad bezoeken. En het biedt ook een kleurrijke aanblik, langs de Maas. Aan alle masten is een bordje met een QR-code bevestigd. Die linkt naar de pagina op de website over het desbetreffende land, met allerlei info.

Filmportretten van Nieuwe Rotterdammers
Bij sommige landen hebben we korte filmportretjes van Nieuwe Rotterdammers gemaakt, om de binding van al die nationaliteiten met onze stad aan te geven. Zo zijn onder andere te zien: een danseres uit Italië, een onderneemster van de Oude Binnenweg (Kaashoeve) met wortels in Armenië en de wethouder van Onderwijs, Cultuur en Toerisme van wie zijn wieg in Marokko stond.

Meer aandacht
“Als we allemaal ergens anders vandaan komen is niemand een vreemde”, aldus dichter Rien Vroegindeweij. Ik zou het fantastisch vinden als we van de 71 landen waar de LHBTI+-rechten onder druk staan, ook vertegenwoordigers in Rotterdam kunnen portretteren. Die portretten zouden we dan met een uitleg hoe de situatie is in hun thuisland ook op de website kunnen zetten en met anderen kunnen delen. Op die manier komt er meer aandacht. Als we dan een aantal landen letterlijk in beeld hebben gebracht en een gezicht hebben gegeven, kunnen we in het voorjaar van 2022 een manifestatie organiseren. Samen met organisaties die dezelfde doelen nastreven, zoals Amnesty International en Zero Flags Project.

Neem contact met ons op
Wie kent iemand uit die 71 landen die zijn / haar / diens verhaal met ons op video wil delen? Of misschien kom je zelf uit één van deze landen. Help ons bij deze actie door jezelf of iemand anders aan te melden via Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.. GayRotterdam neemt dan contact met je op.

Op de foto in de header is Anwar te zien. Hij vluchtte in 2015 uit Egypte, omdat hij daar niet veilig was als man die op mannen valt. In 2017 mocht hij tijdens Rotterdam Pride bij de opening van de Pride Walk de regenboogvlag hijsen bij de Vlaggenparade. Op datzelfde moment werden in de Egyptische hoofdstad Caïro zeven mannen opgepakt nadat ze bij een concert met een regenboogvlag hadden gezwaaid. 

Nog 22 nachtjes slapen en dan weten we wie de opvolger van ‘onze’ Duncan Laurence is. Een van zijn voorgangers als winnares was de Italiaanse Gigliola Cinquetti. Dat was nog uit de tijd dat er een overzichtelijk aantal echt Europese landen meedeed. Met de artiest kwam ook een dirigent mee het podium op. Die was minstens zo belangrijk als de opnameregisseur nu. Het bellen langs de 12 hoofdsteden was ook toen al een fenomeen. In 1964 won de toen 16-jarige Gigliola: een pril, puur en ontwapenend meisje.

 

…per amarti

Geheel onschuldig zingt ze over haar jeugdige leeftijd. Ze is nog niet toe aan de liefde, het beminnen van haar vriendje. Die staat overigens op de b-kant van het plaatje: Sei un bravo ragazzo. Het ‘singletje’ sleep ik nog altijd achter me aan. Het was een van mijn eerste plaatjes. Om de een of andere reden vond ik dat van die ‘bravo ragazzo’ minstens zo leuk. Was het niet vanwege het gitaarloopje dan toch wel vanwege de Italiaanse jongen. Want zo ver ging mijn kennis van het Italiaans toen al wel.

 

#metoo reverse

Dat mijn voorkeur naar jongens uitging voelde ik al in mijn tienerjaren. Op mijn achttiende moest het dan maar gebeuren. Na een superspannende achtervolging op een zaterdagmiddag door de binnenstad ging ik met een jonge Indo-meneer mee. Binnen no-time had ik hem over zijn eigen bank heen getrokken. Ik denk dat hij wel een #metoo-slachtoffer was avant la lettre. Maar ik vond dat we wel lang genoeg om de hete brij heen hadden gedraaid op weg naar zijn huis.

 

Ganymedes

Hoe oud moet je zijn om aan de liefde toe te geven? En hoe kom je iemand tegen met wie je prettig die eerste stappen kunt zetten? In bars en clubs cirkelden de roofvogels over de jeugd. Al in de Griekse oudheid zette Zeus in de gedaante van een adelaar zijn klauwen in de fraaie Ganymedes. Nu gaat dat vaak ook digitaal, maar het principe is niet anders. Ooit hoorde ik van een man uit het Westland die zaterdagnacht om 2 uur de wekker zette om richting ‘Afterdark’ te gaan. “Als rijpe appelen; je gooit er nog een drankje in en…….”.

 

Apollo

Ooit was er voor de jongere gay of queer ‘Apollo’. Niet toegankelijk voor oudere adelaars. Daar was het misschien in de ogen van nu wat kneuterig, a-commercieel en gemoedelijk, maar je was er ‘onder elkaar’. Nu vervult The Hang-out 010 zo’n functie voor de jongere die nog aan het ‘scrollen’ is. Maar een speciale vrijdagavond in de maand in Ferry voor jongeren die zoeken naar hun ‘amore romantico, ma ora no’: hoe mooi zou dat zijn!

Pagina 1 van 2