Login to your account

Username *
Password *
Remember Me
Kees Vrijdag

Kees Vrijdag

Kees Vrijdag werkte tussen 1982 en 2012 bij KvK Rotterdam op de gebieden: haven, citypromotie, internationale handel en communicatie.
Hij zit in een aantal besturen: Vlaggenparade, Paul Nijgh-penning, Open Rotterdam en Aan Den Slag! En hij is ambassadeur voor Benefits for Kids. Ook is hij betrokken bij Het Gezelschap, Club 25 en 'Mankracht Rotterdam'. Door verbindingen te leggen in Rotterdam wil hij bijdragen aan de rijkdom van diversiteit in de stad.

Begin dit jaar kreeg ik het bericht dat Joke Ellenkamp was overleden. Lange tijd was zij actief in Rotterdam, maar een aantal jaren terug was zij verhuisd met haar vrouw Carolien naar het oosten van ons land. Die verhuizing was niet zonder reden. Er was borstkanker geconstateerd en dat bepaalde haar leven. Zij beëindigde haar functie bij Pameijer als directeur en verruilde de grote stad Rotterdam voor het landelijke Ratum, bij Winterswijk. In een bijzonder fraaie omgeving heeft zij haar leven in die gemeenschap daar weer opgepakt, onder de nieuwe voornaam Joanne, met de haar zo kenmerkende daadkracht, ongelooflijke veerkracht, binnen de grenzen van de beschikbare energie.

Via een livestream was ik getuige van de Gedachtenisbijeenkomst. In meerdere toespraken passeerde haar leven de revue. En wat een leven! In die toespraken kwam o.a. ook haar betekenis voor de Rotterdamse LHBTI+-gemeenschap en haar rol als Homoambassadeur naar voren. Ik wil daar hier, op deze website, wat nader op inzoomen.

Homoambassadeur: primus inter pares
In 2001 heeft Joke haar schouders gezet onder ‘Rotterdam Roze’, dat bij gebrek aan organiserend vermogen een fiasco dreigde te worden. Joke heeft dat tot een succes weten te maken. Eind jaren ‘10 heeft zij zich ingezet als Homoambassadeur. Het College van B&W wilde meer aandacht voor acceptatie van homoseksualiteit en de positieve kanten van diversiteit. Zes Rotterdammers met enige bestuurlijke ervaring en een achterban (politiek, kunst, bedrijfsleven, maatschappelijk) werden benoemd om hieraan een bijdrage te leveren. Joke was er daar één van.

Hierbij zijn de woorden van haar Carolien bij de Gedachtenisbijeenkomst helemaal op zijn plaats: 'Jij zag altijd mogelijkheden’ en ‘steeds weer samen komen’. Het ging vanzelf: Joke was de ‘primus inter pares’ onder de Homoambassadeurs. Zij overtuigde de wethouder dat goede ambtelijke ondersteuning essentieel was voor het welslagen van hun missie. Daar was ze – terecht – heel duidelijk in en daarmee konden de Homoambassadeurs succesvol actief zijn in het onderwijs. In de jaren daarna was de sport (i.c. de voetbalwereld) aan de beurt. Dat bleek een hele taaie materie (tot vandaag aan toe, zo is gebleken).

JokeKees en Joke. Namens de Homoambassadeurs heeft Kees bij het afscheid van Joke in 2016
een verzameling statements overhandigd: 'the best of..’.


Bij haar afscheid in oktober 2016 als directeur Pameijer zongen de ambassadeurs haar lof toe. Het voert wat ver om dit hier te herhalen maar een overzicht van hun bijdragen is op aanvraag verkrijgbaar. Persoonlijk herinner ik mij het gesprek bij RV&AV Sparta. Ik heb haar nog nooit zo verbaasd zien kijken bij mindere uitspraken van onze gesprekspartner. Het is de enige keer dat ik haar met stomheid geslagen zag.

Afbeelding column JokeKeramieken ronde vorm, vervaardigd door Joke

Verbindend bestuurder en netwerker
Erkenning ontving zij ook via diverse onderscheidingen: de gemeentelijke Wolfert van Borselen-penning (inscriptie: ‘met passie voor verbinden’) en de Paul Nijgh-penning (‘Niet wie gij zijt, maar wat gij zijt’). Dat laatste vertaal ik in: het gaat niet om jouw afkomst, maar om wat je bijdraagt aan de maatschappij. Joanne heeft daarin in zeer ruime mate haar aandeel geleverd als politicus, directeur en bestuurder op vele fronten. Ik ben haar daar zeer dankbaar voor en eindig met haar eigen woorden die tevens het beeld van een door haar zelf vervaardigde keramieken ronde vorm bij deze column verklaren.

Nu rest mij me over te geven
aan de grote lege ruimte
het Al waaruit alles ontstaat
en alles naar terugkeert.
Het is goed geweest
ieder sterft op haar tijd
het einde is terug
bij het broze begin.
Ik kan alleen maar gaan.
Mijn pad heb ik gelopen,
de cirkel is gemaakt.

Joke Joanne Ellenkamp

In een vorig leven deed ik in een andere stad de kunstopdrachten. Dat was de 1%-regeling. Van de bouwsom voor stations, wijkgebouwen of scholen werd 1% bestemd voor een kunstwerk. Dat was ontzettend leuk om te doen. Zolang er voldoende geld was. Ik voelde me soms net een kunst-Sinterklaas. Op het moment dat het mes in de budgetten ging, werd het een stuk minder leuk. Toen werd schraalhans keukenmeester, kwam er ruzie met de bouwers en wilden gebruikers liever plantenbakken voor het kunstbudget. De lol was er af, maar ik had wel ervaring opgedaan hoe zo’n procedure ging. Ik weet dus ook hoe lastig het is om het iedereen naar de zin te maken.

Op het Willemsplein staat nu een kunstwerk dat dienstdoet als ons ‘homo-monument’. Ik gebruik díe term maar, want dan weten we waar we het over hebben. In ambtelijke stukken staat ‘Monument voor seksuele diversiteit’ en dat bekt al minder lekker. Het is er gekomen door een motie van twee betrokken gemeenteraadsleden, Peggy en Judith. Vanaf de zijlijn heb ik toen e.e.a. gevolgd.

Na veel vijven en zessen is voor die prominente plek gekozen. En terecht. Een vorige wethouder Cultuur haalde alvast enthousiast een bestaand ontwerp ‘ME/WE’ van de Duitse kunstenaar Benjamin Bergmann in huis en klaar was Pex en het College van B&W: “Wij zijn van mening dat hiermee voldaan is aan het dictum van motie 16bb5968.”

Maar omdat het Willemsplein nog opnieuw ingericht gaat worden, is er nu voor een tijdelijk kunstwerk gekozen. Het toeval wilde dat er een ‘superuse’ kunstwerk stond: rode rotorbladen van een windmolen. Een tweedehandsje dus, met dank aan energiebedrijf Joulz en andere sponsors uit de buurt. In overleg met de maker is er door een graffiti-artiest een ‘homo-monument’ van gemaakt. Tegen een van de betrokkenen had ik nog gekscherend geroepen: "Nou niet van die regenboogkleurtjes er overheen spuiten; dat is echt te simpel, hoor!" Maar verdomd: wat staat er? Een anoniem derdehandsie met kleurtjes. Toegegeven: met het Eurovisiesongfestival mei jl. stond er in ieder geval íets. Maar het mag geen blijvertje worden! Want daar zijn we ook wel goed in, in Rotterdam.

Dat het inderdaad niet makkelijk is het iedereen naar de zin te maken, bewijst het kunstwerk in Brussel ‘HoLeBi-helden, een monument voor iedereen’. Op een plek dichtbij diverse gaybars staat een blauwe vierkante metershoge zuil met allerlei namen in het wit. Op het monument staat al een disclaimer: ‘Niet alle mensen wiens naam op de zuil voorkomt zijn gay’. Maar zelfs deze Vlaamse vrijwaringszin heeft niet belet dat er mensen ouderwets met ‘Tipp-Ex’ zijn weggelakt. Op hun verzoek overigens.

Monument BrusselHet kunstwerk in Brussel ‘HoLeBi-helden, een monument voor iedereen’

Maar dat dingen niet eenvoudig zijn, mag geen belemmering zijn om serieus aan de slag te gaan en een echte procedure te starten, samen met de herinrichters van het plein. En een brede vertegenwoordiging uit de LHBTI+-gemeenschap, inclusief mogelijke fans van het ‘ME/WE’-kunstwerk. Als die inmiddels niet allemaal, net als wethouder Pex, in Berlijn zijn gaan wonen.
In mijn vorige leven heb ik geleerd: neem de tijd om zorgvuldig een breed gedragen opdracht te formuleren. Daar kun je niet vroeg genoeg mee beginnen. Het is nog niet te laat om er écht iets moois van te maken, dat ook breed gedragen wordt.

Reageer op deze column via onze socials of stuur een e-mail naar Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

Eigenlijk zou ik nu met mijn voeten door de branding langs het onmetelijke zandstrand van de Dunas op Gran Canaria moeten lopen. Sinds mensenheugenis ga ik rond deze tijd die kant uit. Dan is namelijk mijn Spaanse vriendje-van-toen, Carlos, jarig. Ik bracht dan een cadeau en pikte en passant ‘een zonnig uitje’ mee. Dat er daar dan nog zo’n 100.000 andere toeristen langs het strand lopen, in de Fundgrube goedkope luchtjes scoren en om 12.00 uur al ruim aan het bier zijn: de massa moet zijn loop hebben.

Dit jaar heb ik de in september al geboekte vluchten maar geannuleerd. Het zwembad op de accommodatie bleek onverwarmd te zijn, met 300 man in een vliegtuig leek me bij nader inzien toch geen goed idee en om 3.00 uur ’s nachts richting Schiphol is voor een Rotterdammer echt te veel gevraagd. Dus zijn de ‘Thank You’-cd en de kalender 2022 met Post NL op hoop van zegen verzonden.

‘Thank You’ is zeker van toepassing want ik ben nog altijd ontzettend blij Carlos te hebben leren kennen. Inmiddels is hij een mooie, Spaanse vrouw van middelbare leeftijd. Eerlijk gezegd weet ik niet eens meer wanneer de transitie heeft plaatsgevonden. Voor hem / haar moet het natuurlijk een belangrijke stap zijn geweest. Ik weet nog goed toen ze bij een lunch in El Corte Ingles haar ID-bewijs liet zien. Bij ‘sexo’ stond nu de ‘f’, in plaats van de ‘m’. Maar de persoon, persoonlijkheid, het karakter waren hetzelfde gebleven. Sterker nog: het was allemaal meer in evenwicht, een natuurlijke balans tussen uiterlijk en innerlijk.

Als mensen vragen hoe het nu precies allemaal zit, qua fysiek, dan moet ik daar het antwoord op schuldig blijven. Ik weet alleen dat zij bijzonder goed medisch wordt begeleid. Dat is een hele geruststelling. Zonnebaden gaat niet samen met bepaalde medicijnen heb ik begrepen en ook een duik in de oceaan zit er niet meer in. Maar vanaf dag 1 is zij op school, waar zij ‘professora Ingles’ is, zeer gewaardeerd. Leerlingen komen naar haar toe en dan voel je de waardering en het respect, dwarsdoor het voor mij te rappe Spaans heen.

Dit jaar geen wandeling door de branding. Dat is te overzien; volgend jaar beter. Maar dat ik nu niet, samen met haar, na ons verjaardagsetentje de lange trap naar het terrassenstraatje af kan lopen en alle ogen op ons gevestigd weet: dat doet wel pijn.

Mijn vorige 'Column van Vrijdag' eindigde met de 71 landen wereldwijd waar de LHBTI+-rechten onder druk staan. Als er al sprake is van rechten. De vraag was of wij vanuit Rotterdam een bijdrage kunnen leveren aan de bewustwording rondom deze schrijnende toestand. 

Vlag als Welkomstgroet
Bij het woord ‘vlag’ schiet ik direct in de houding. Ik ben al een jaar of 10 nauw betrokken bij de Vlaggenparade aan de Boompjes. Daar hangen 193 vlaggen van alle landen die aangesloten zijn bij de VN. Dat is bedoeld als een 'Feel Welcome’ aan alle nationaliteiten die in Rotterdam wonen of onze stad bezoeken. En het biedt ook een kleurrijke aanblik, langs de Maas. Aan alle masten is een bordje met een QR-code bevestigd. Die linkt naar de pagina op de website over het desbetreffende land, met allerlei info.

Filmportretten van Nieuwe Rotterdammers
Bij sommige landen hebben we korte filmportretjes van Nieuwe Rotterdammers gemaakt, om de binding van al die nationaliteiten met onze stad aan te geven. Zo zijn onder andere te zien: een danseres uit Italië, een onderneemster van de Oude Binnenweg (Kaashoeve) met wortels in Armenië en de wethouder van Onderwijs, Cultuur en Toerisme van wie zijn wieg in Marokko stond.

Meer aandacht
“Als we allemaal ergens anders vandaan komen is niemand een vreemde”, aldus dichter Rien Vroegindeweij. Ik zou het fantastisch vinden als we van de 71 landen waar de LHBTI+-rechten onder druk staan, ook vertegenwoordigers in Rotterdam kunnen portretteren. Die portretten zouden we dan met een uitleg hoe de situatie is in hun thuisland ook op de website kunnen zetten en met anderen kunnen delen. Op die manier komt er meer aandacht. Als we dan een aantal landen letterlijk in beeld hebben gebracht en een gezicht hebben gegeven, kunnen we in het voorjaar van 2022 een manifestatie organiseren. Samen met organisaties die dezelfde doelen nastreven, zoals Amnesty International en Zero Flags Project.

Neem contact met ons op
Wie kent iemand uit die 71 landen die zijn / haar / diens verhaal met ons op video wil delen? Of misschien kom je zelf uit één van deze landen. Help ons bij deze actie door jezelf of iemand anders aan te melden via Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.. GayRotterdam neemt dan contact met je op.

Op de foto in de header is Anwar te zien. Hij vluchtte in 2015 uit Egypte, omdat hij daar niet veilig was als man die op mannen valt. In 2017 mocht hij tijdens Rotterdam Pride bij de opening van de Pride Walk de regenboogvlag hijsen bij de Vlaggenparade. Op datzelfde moment werden in de Egyptische hoofdstad Caïro zeven mannen opgepakt nadat ze bij een concert met een regenboogvlag hadden gezwaaid. 

In mijn hoofd hebben bepaalde beelden een onuitwisbare plek gekregen. Iconische beelden die je bij bleven, om welke reden dan ook. Zo zijn daar de beelden over nine/eleven-aanslagen in NY. Maar ook het naakte napalmmeisje in Vietnam en de Chinese student voor de tanks op het Tiananminplein.

Een foto die me onlangs weer onder ogen kwam, was het beeld van de twee jongens in Iran die ter dood waren veroordeeld. Op de foto staan zij met de stroppen om hun nek. Gewone jongens. Ik las nu het nieuwsbericht, alweer uit 2005, bij de foto. Het zijn de 16-jarige Mahmoud Asgouri en de 18-jarige Ayaz Marhoni. De gewone jongens hadden een naam. Ze waren ter dood veroordeeld omdat ze seks met elkaar hadden gehad. Dan lopen de koude rillingen over mijn rug en denk ik: de doodstraf? Twee jongens in Iran die het met elkaar hebben gedaan? Hoeveel keer per jaar hebben jongens daar seks met elkaar? Al dan niet als homokoppel of bij wijze van nieuwsgierige jongens? Want dat komt ook voor. Wat is hier gebeurd dat dit zo dramatisch en desastreus moest eindigen?

Iran gay guys

Mahmoud Asgouri en Ayaz Marhoni

Ik leef met het (voor?)oordeel dat gayseks in Mediterrane en Arabische culturen een kwestie was (is?) van ‘don’t ask, don’t tell’. Er zijn meerdere klassieke West-Europese kunstenaars en wetenschappers naar die landen getrokken om het zich allemaal aan te laten leunen.

Toevallig stuitte ik nog op een ander fenomeen, in m.n. Afghanistan: ‘spelen met jongens’. In het Perzische Farsidialect: Bacha Bazi. Het is een bijzondere vorm van gebruik (zeg maar misbruik) van jonge jongens die door machtige strijdheren en stamhoofden werden ingelijfd. Ze werden vaak weggekocht bij hun familie. Ze hadden ook nog een zekere status, aanzien, in hun omgeving. Over de ‘dansjongens’, uit Wikipedia: “Omdat homoseksualiteit ook volgens de islam impliciet als verboden geldt (het wordt in de Koran niet uitdrukkelijke vermeld), wordt dan ook wel gesteld dat het een ambivalente houding betreft, die kan worden verklaard met pre-islamitische elementen in de cultuur." Ambivalent en pre-islamitisch: de Batavieren sleurden hun vrouwen ook aan de haren achter zich aan hun holwoningen in. Daarom is het nu wel bij wet verboden. Ook pre-puberale jongens misbruiken: daar staat in veel landen in de wereld straf op.

Twee verwarrende en tegenstrijdige beelden met een verschillend verhaal, maar het raakt de kern van wat wij zien als de ‘rechten van de mens’, ook van de LHBTI+-mens. Wereldwijd bestaan die rechten in 71 landen helemaal niet of staan ze onder druk. Soms is er wel een lichtpuntje. Zo las ik in het COC-blaadje dat er sinds februari een einde aan de strafbaarheid van homoseksualiteit is gekomen in Bhutan. Het COC kent het programma ‘Power of Pride’ waarmee zij wil opkomen voor LHBTI+-mensenrechten in 22 landen. Kunnen wij vanuit Rotterdam een bijdrage leveren aan dit programma, zodat er geen bittere beelden als die van Mahmoud en Ayaz meer kunnen worden gemaakt?

Ik zat nog op de Lagere School (zo heette dat toen) toen ik al ademloos naar de ‘grote jongen’ verderop in onze straat keek. Hij had een brommer, sterker nog, hij sleutelde eraan en droeg ook nog een leren broek. Hoe dat kan, als jongen van rond de 10 al een hang naar motoren, motorrijders en de bijbehorende outfit, dat moet een psycholoog mij nog maar eens uitleggen. Feit is dat het mij sinds die tijd niet heeft losgelaten.

Op de middelbare school was ik jaloers op de binken die op een Puch met verhoogd stuur het schoolplein op reden. Ik moest mij behelpen met een buikschuiver van een oudere broer. Alle reden dus begin jaren ’80 om een forse inhaalslag te maken. Samen met vriend Carel kochten we een motor. Die stond beneden in de kelder. Carel had een rijbewijs en ik reed mee achterop. Van een arme student had ik een leren motorpak met Italiaanse strepen overgenomen.

Maar achter op de buddyseat: dat was het niet. Dus rijlessen bij Bastinck en rijbewijs A gehaald. Daarmee werd het tijd voor de grote stap naar een eigen motor. Dat werd uiteindelijk een Moto Guzzi California III i.e., bijpassend bij het Italiaanse motorpak. De proefrit staat me nog bij: je zit er heel breed op, na het starten schudt het V-blok tussen je benen heen & weer en gaan er genotstoten vanuit het middenrif omhoog. En het mag natuurlijk niet, maar het is zo kicken als je bij het stoplicht als eerste de auto’s naast je het nakijken geeft. Ook weer voer voor die psycholoog, maar het is nu eenmaal zo.

In je eentje op pad is niet zo heel spannend. Het wordt natuurlijk pas echt leuk met andere motorrijders, bij voorkeur met eenzelfde fancy wat de (k)lederdracht betreft. In Rotterdam bestond toen de MSR (Motor Sportclub Rotterdam). Dat was toen nog heel geheimzinnig met ballotage van drie handtekeningen, aspirant-lidmaatschap en een vuurdoop in een ledenvergadering. En, ja, er waren ook heel veel leden zonder motor.

Afbeelding 2 Tulpen uit RotterdamKees Vrijdag (eigen archief)

Dat mocht de pret niet drukken: besloten clubavonden in de kroeg, toertochten Oranjerallyes door Holland en bikeruns door heel Europa. Daarbij trokken we gezamenlijk op met de ‘zusterclub’ MSA, uit Amsterdam. Die was nou eenmaal, uit de ‘Gay Capital of Europe’, aanmerkelijk groter. En zij bestond al langer. Al zo lang zelfs dat ze op 30 oktober hun 50-jarige jubileum vieren. Reden voor mij, als ex-MSR-voorzitter, net als 20 jaar terug, weer ‘Tulpen uit Rotterdam’ te gaan brengen. Toen hadden we 30 oranje tulpen met een lichtje erin in een motorhelm gestoken. Soms bedenk je hele lelijke dingen….

Inmiddels hebben we op de 40ste verjaardag van de MSR de stekker eruit getrokken, de vereniging opgedoekt en de clubkas ‘leeggezopen’. Dat brengt me op de vraag: zijn er nog jongens die naar ‘die grote jongen’ verderop in de straat, sleutelend in zijn leren broek, kijken? En vinden die hun motormaten, leermakkers en fetisjkameraden 1 op 1 online? Of zou er nog een club, een kroeg en plek met toffe vrienden voor ze zijn?