Login to your account

Username *
Password *
Remember Me

Twee horeca-iconen van toen, over het gay-uitgaan van nu

Om uit te gaan wisten de Rotterdamse LHBT-eetjes voorheen hun weg naar de nabije grote steden goed te vinden. De grote A's, Amsterdam en Antwerpen, zijn dichtbij. In Rotterdam zijn minder concurrerende mogelijkheden; wél is er een gevarieerd aanbod. En, aardig verdeeld over het centrum, nagenoeg alles is op loopafstand. We vroegen twee horeca-iconen van weleer, Ed Bosman (voorheen Strano en Nostra, op de foto rechts) en Piet Gamelkoorn (voorheen KeerWeer en GayPalace, nu GayToys) naar hun mening over het hedendaagse Rotterdamse uitgaansleven in de gayscene.


Kunnen we eigenlijk nog steeds spreken over de ‘grote A’s’, Amsterdam en Antwerpen?
Ed: “Ik denk van wel. Amsterdam was en is natuurlijk een magneet, met veel aanbod en ook verschillende soorten tenten. Maar hoe vaak hoorde ik mijn klanten niet zeggen: "ik ben blij dat ik weer hier ben, mij te druk en te veel praatjes". Ook Antwerpen heeft altijd een behoorlijk groot en gevariëerd gaylife gehad. Rotterdam heeft dat minder. Natuurlijk zijn er wel veranderingen geweest in de loop der tijd, maar in wezen is de horeca nu stabiel en gestaag in ontwikkeling.”
Piet beaamt dat: “Er wás en ís een gevarieerd aanbod, en ondanks enkele problemen tussen sommige uitbaters (wat je eigenlijk overal wel ziet), is de sfeer in de stad altijd gemoedelijk en coöperatief geweest. Wat je wel ziet is dat met name jongere homo’s en lesbo’s het niet meer perse nodig vinden om naar een echte gay- of lesbo-tent te gaan. Men gaat net zo lief met vriendjes en vriendinnetjes naar tenten als Bar of 1Nul8.” 

Rotterdam heeft als stad vanouds een ruig (ruwe bolster) imago, maar kent niet echt een ‘hardcore’-scene, toch?
Piet: “Er zijn wel wat horecagelegenheden met een rauwer randje. Denk aan de Moods (voorheen GayPlay), de Cosmo en nog niet zo lang geleden de Shaft. Maar of er meer van dat soort tenten komen, hangt af van ondernemers die affiniteit hebben met deze scene.”
Ed: “Ik denk ook dat een andere typisch Rotterdamse eigenschap de ontwikkeling van een ruigere scene in de weg staat: Rotterdammers hebben toch een minder cosmopolitische houding, meer van doe-maar-gewoon. Rotterdammers zijn wat conventioneel en vinden het niet prettig om ‘gezien te worden’.”
Piet: “Ook het Rotterdamse vergunningenbeleid is steeds een lastig puntje geweest. Wél saunavergunningen verstrekken, maar waarom kun je dan niet zomaar een vergunning krijgen voor een ‘kledderbakkenzaak’ zoals ik het graag plastisch uitdruk: een zaak waar alles kan.”

WTF is één van de nieuwe, goedbezochte party's in de stad (foto: Villa Thalia).

Een van de belangrijkste ontwikkelingen in het sociale leven is internetgebruik. Heeft dit ons uitgaansleven een slag toegebracht?
Ed: “Ik denk dat dat wel meevalt. Waarschijnlijk speelt mee dat de kroegen omzet verliezen door het in groepjes ‘thuis indrinken’, die dat via Whatsapp en dergelijke organiseren.”
Piet: “Vroeger begon het uitgaansleven al om 18.00 uur; eerst in de café's en later op de avond verkaste men massaal naar de nachtcafé's en discotheken. In de vroege ochtend zochten velen dan nog de afterparty op, met koffie en cognac. Een totale beleving dus. Nu is dat nog wel zo, maar verschoven van de late avond naar het midden van de volgende dag. Wat wel beïnvloed is door de komst van internet, is dat men de kroeg en de discotheek minder nodig heeft om nog aan het gerief te komen, om het zo maar te zeggen. Je zet je computer nu aan en heel makkelijk heb je iemand in je bed.”

Hoe is het aanbod aan horecagelegenheden nu, in vergelijking met vroeger?
Piet: “Het aanbod is natuurlijk wel wat veranderd, nu ook met Ferry Grand Café en de Unie. En met Loud is er ook weer echt een echte vrouwenbar bij. Gay Palace is exit, maar de ‘massa’ van mogelijkheden is nooit sterk veranderd. Ook zijn er nog steeds grotere party’s in de stad. Vroeger had je bijvoorbeeld Pink Clinic en Betty Ford, nu zijn er WTF in Villa Thalia en de party's in de Ferry. Heel bijzonder is natuurlijk ook de ontwikkeling van de Rotterdam Pride. Daar hebben we een goed handvat te pakken voor consolidatie.”
Ed: “Ik denk ook dat ondanks de veranderingen in de uitgaanscultuur, de hele gayscene wel stabiel is geweest door de tijd heen.”

Consolideren, of méér dan dat?
Ed: “Laten we voorop stellen dat het Rotterdamse gemeentebestuur veel bereikbaarder is geworden de laatste jaren, véél meer gayfriendly, om het zo maar te zeggen.”
Piet onderstreept dit: “Kijk naar de houding van de burgemeester; deze heeft een duidelijk oor en oog voor de ‘roze’ belangen. Dat uit zich bijvoorbeeld in zijn aanwezigheid bij evenementen als de KeerWeerparade en de ‘Roze’ Nieuwjaarsbijeenkomst van vorig jaar. En zie het regenboogzebrapad op het Churchillplein en bij bijzondere gelegenheden wordt de regenboogvlag op het stadhuis gehesen. Deze positieve houding van burgemeester Aboutaleb zelf en het gemeentebestuur biedt niet alleen cachet, maar zijn boodschap klinkt ook steeds meer door bij de bevolking en de horeca. Bijvoorbeeld: de horeca-uitbaters krijgen het steeds makkelijker in hun omgang met buurtbewoners.”

Maar gaat dit ook groei betekenen van het uitgaansleven in de komende jaren?
Piet: “Zeker meer variatie, maar echte groei, dat is de vraag.”
Ed: “Maar wacht even, er is een nieuwe impuls: de groeiende populariteit van Rotterdam als stad. Het toerisme groeit, en ‘wij’ kunnen in het kielzog gewoon mee groeien. Dat er ook toeristen uit de doelgroep bij komen is gewoon een statistisch gegeven. We moeten er wél wat voor doen, maar dat zal zeker gebeuren, anders zouden we geen Rotterdammers zijn… to-òch?”

Rate this item
(3 votes)
Last modified on maandag, 25 februari 2019 12:11