In de column van juni heb ik de vraag gesteld: “Is onze stad de omweg voor LHBT’ers waard?” Dit naar aanleiding van de expositie over Rotterdam als toeristische attractie in de afgelopen jaren (zie link voor een postume, virtuele rondleiding langs de expo en een link naar de film). Het leukste voor een columnist is wanneer erop wordt gereageerd. En op deze column in juni reageerde mijn goede vriend Evan van der Most.
“Maar jij ging nooit meer uit, man. Is toch zo?”
En dat is ook zo. De laatste keer was in Brussel. Met mijn goede vriend Eddy, in wat hij omgedoopt heeft tot het ‘Olifantenkerkhof’. Tsja. Bepaald niet ‘vaut-le-détour’, hoewel zeker knus qua omvang, met gastvrij onthaal en ouderwets gezellig met veel Oisterwijks hout. Zeg maar een Brusselse ‘Loge 52’.
Evan gaat nog wel op stap, ook in de nachtelijke uren (we spreken over BC = Before Corona). Hij wil zijn mening over het Rotterdamse uitgaansleven delen. Volgens hem staat ons een ‘Rotterdamse Summer of Love’ en een grote toekomst te wachten. Ik geef Evan daarover graag hier het woord.
Een heel aantrekkelijk imago
“Ik ervaar Rotterdam eerlijk gezegd al jarenlang als aantrekkelijke gaystad voor expats en toeristen, modern en met een levendig gayuitgaansklimaat. De ‘Keerweer’ op een dinsdagnacht om 3 uur in de ochtend: bom en bom vol. Dat heb je niet bij onze grote broer. En als gays hoeven we tegenwoordig niet per se meer naar enkel de gayuitgaansgelegenheden. We kunnen tegenwoordig overal veilig uitgaan. Binnen de internationale gay community heeft Rotterdam een heel aantrekkelijk imago om er te werken, te wonen of uit te gaan. Ik ging en ga binnenkort ook weer naar de Skihut, Coconuts op het Stadhuisplein, de Witte Aap op donderdagnacht, Strano, Worm, Bird, festival Boothstock of Biergarten op zondagmiddag. Binnen Europa heeft Rotterdam sowieso een positief imago met de unieke diversiteit. Die is er veel minder in Duitsland (vooral Turks), Frankrijk (vooral Noord-Afrikaans), Italië of Spanje.”
‘Oude Hans’
Met mijn motto op LinkedIn ‘Diversiteit maakt rijk’ ben ik het met het laatste natuurlijk helemaal eens. Maar om 3 uur in de nacht in de ‘Keerweer’ nog in de lampen hangen: daar doe ik denk ik niemand meer een plezier mee….
Dit doet mij denken aan de barman in Café Jacques. Die voorzag de vele Hanzen en Kezen op hun barbon van een ‘epitheton ornans’ zoals dat heet in Homerus. Dus je had ‘Mooie Hans’, ‘Kees Bril’. Ik was ‘Kees Stud’. Dat vond ik wel stoer. Totdat de barman zei dat ‘Stud’ stond voor ’Student’. Mwah, minder natuurlijk. Er was ook een ‘Oude Hans’; echt oud, niet zomaar boven de 40, maar echt met een roze strippenkaart van 65+. Ik heb me altijd voorgenomen de toevoeging ‘Oude’ bij ‘Kees’ in de kroeg voor te zijn. Het doet zo belegen aan.
Neemt niet weg dat er misschien hele hordes buitenlandse toeristen een omweg maken voor ‘ons’ Gay Nightlife, zoals Evan in zijn reactie stelt. Laat het maar weten! Altijd leuk om reacties te krijgen op een column, nu helemaal!