In mijn werktijd bij de Kamer van Koophandel heb ik ‘alle hoeken van de Kamer’ gezien: haven, handel en city-promotie. Ook mocht ik een paar jaar adviseur Economische Stimulering zijn. Daarbij trad ik op voor groepen (startende) ondernemers, met tips & tricks over ondernemerschap - zo u wilt: do's and don'ts. Dat was ontzettend leuk om te doen. Op die manier kwam ik in contact met veel jonge, creatieve ondernemers.
Zo was ik ooit op een zaterdagmorgen gastspreker in De Machinist. Na mijn praatje stelde de presentatrice de vraag: “Als u het allemaal zo goed weet, waarom bent u dan zelf geen ondernemer?” Touché. Het was zo leuk, die ochtend. Daar moest ik even over nadenken. In onze familie was mijn moeder de ondernemer. Maar ik aard nu eenmaal meer naar mijn vader. Een sanguinisch type, een praatjesmaker, gezien op feesten & partijen. Maar met weinig geduld voor de klanten in onze winkel. Die vond hij maar lastig. Laat onverlet dat ik een groot zwak had en nog steeds heb voor creatieve ondernemers. En dan bedoel ik ondernemers in wat heet ‘de creatieve industrie’.
Ook nu – zeker nu, in post-corona tijd – maak ik een diepe buiging voor die enthousiastelingen, met een eigenwijze tik die vaak tegen de stroom in roeien. Ik noem hieronder drie voorbeelden van ondernemers, met ook een gay-inslag.
Hans Withoos, was onlangs te gast bij Mankracht en werd daar geïnterviewd door Arun Mahabier. Dat is altijd lastig: een gedreven beeldend kunstenaar die zijn werk toelicht aan de hand van talloze plaatjes. Het zijn ook geen gewone kunstwerken die hij maakt. Hans volgde een opleiding textielvorming en fotografie aan de Academie voor Beeldende Vorming in Tilburg. Zijn fotografische schilderijen weerspiegelen een vervreemdende esthetiek. Zodra hij daarover losbrandt is hij niet te stuiten. Maar ‘seeing is believing’: tot 8 mei in Museum Flehite in Amersfoort.
In het Mankrachtinterview met Arun (zelf tot voor kort eigenaar van galerie Art Attack) noemde én roemde Hans de rol van zijn galeriehouder Zic Zerp. Niet alleen de grootste, maar ook de aardigste galeriehouder in Rotterdam e.o. Ik mocht hem ooit interviewen - ook voor Mankracht. In commercieel opzicht is de rol van een goede galerist niet te onderschatten. Je moet niet alleen verstand hebben van beeldende kunst, de trends en beweging in de markt, maar ook beschikken over een uitgelezen kaartenbakje met kunstklanten en een gave om met die vaak bijzondere groep personen om te gaan. Tot 10 april is het werk van Hans bij Zic in de galerie in de Van Oldenbarneveltstraat 120 te zien.
Op nummer 124 zijn net Arij & Erik hun zaak ‘Devastator’ begonnen. Deze twee gepassioneerde modegasten hebben de inrichting van hun zaak zelf verzorgd, met hergebruikte materialen. Op elkaar gestapelde zwartgeverfde oude omakastjes krijgen ineens een andere dimensie. Toegegeven: bij de grote modeketens ben je vast goedkoper uit, maar als je echt entree wilt maken op een feestje (en het mag weer), verwen jezelf en jouw omgeving dan uit die opgepotte coronacenten. Ook de niet alledaagse naam heeft een aparte lading: “Wat ik mooi vind aan de naam is dat het schuurt. Het is een antoniem voor wat we eigenlijk doen. We willen niets kapotmaken, maar juist zuinig zijn en zo min mogelijk footprint veroorzaken.” Inmiddels timmeren Arij en Erik publicitair aan de weg, ook internationaal. ‘A Shaded View on Fashion’ schrijft over hen: "Devastator is a true example of what a multibrand physical store should look like: no more than a few artisanal designers and plenty of narrative for touching the customers inner joy."
En dat is precies wat mijn moeder ook dreef: klanten blij maken.