Login to your account

Username *
Password *
Remember Me

Een paar vrijdagen terug liep ik met drie vrienden de Tasty Walk. Wij deden de VrijMiPro. Dat was een prettige variant op de VrijMiBo. Daar zijn foto’s van, maar die zijn niet geschikt voor publicatie. Want we zitten op het terras. Weliswaar op gepaste afstand, maar het mocht niet. Geen nood. Even verderop stonden publieke picnictafels, met banken. Ondanks het bizar stralende voorjaarsweer was er plek genoeg. Zes keer een klein culinair feestje. Met van die kleine flesjes vliegtuigwijn. Na heel lang ‘gelockdownd’ te zijn, waren we helemaal los. Corona brengt veel narigheid, maar ook die wandelingen met vrienden. “Moet jij nog ergens naar toe straks?” “Nee, ik heb alle tijd. En jij?” Dat alleen al. Tijd voor elkaar en al wandelend hoor je nog eens wat. 

Man Dennis & ik hadden vorig jaar iedere twee maanden wat leuks op ons programma. Niet dus. De vouchers liggen op de plank. De doorgeschoven concertdata staan in de agenda. Tussen de rode golven door was er in september nog wel een prachtige trip naar Italië. Na ons kon ook de koning er niet meer uit. Maar het ‘Nieuwe Abnormaal’ heeft ons dagelijkse leven omgevormd. Want hoe normaal is het leven zonder sporten in de powerroom, hangen aan de bar en dansen in het donker? Tot die ‘Normale Wereld’ weer de onze is, zijn er andere zaken die het leven bepalen. Hieronder noem ik er een paar, uit mijn persoonlijke koker. 

Jezelf kunnen zijn, kan moeilijk zijn voor LHBTI’s. Zichtbaarheid en ‘uit de kast komen’ kunnen ook leiden tot nare reacties, intimidatie en uitsluiting van en door mensen die belangrijk voor je zijn. Voor deze mensen zijn dagen waarop LHBTI’s hun identiteit vieren, zoals Coming Out Day, niet alleen maar feest, maar ook dagen waarop zij worden herinnerd aan de pijn van niet ten volle geaccepteerd worden. Tijdens dit online evenement staan we stil bij de zonnige én de schaduwzijde van Coming Out Day.
 
Programma
Het programma bestaat uit:
– Bijstander Workshop met Fairspace. Hoe voel je je veilig in de openbare ruimte en hoe kan je als omstander iets betekenen wanneer het fout gaat?
– Singer-songwriter en TEDx-spreker Kyara Harley treedt op en spreekt over de invloed van haar transitie op haar carrière.
– Panelgesprek over studie & werk met Melek Usta (directeur Colourful People), Catharina Anastasia Visser (executive director bij Genderness & Spiritus de Universum) en Cheyenne Smaal (HR Manager IT bij Waternet).
– Afsluiting met een optreden van de winnaar van de Queer & Feminist Poetry Awards in de categorie Best Queer Poet.
 
Presentatie: Gert-Jan Verboom (Dona Daria) en Chantal van der Putten (Student Pride NL).
 
Live streaming
Vanwege de huidige coronamaatregelen zal het evenement alleen online te zien zijn. Hier zitten geen kosten aan verbonden. Een kleine donatie doen is wel mogelijk. Ga naar de ticket-button om te doneren. De donaties gaan naar een project voor de transgendergemeenschap van kleur in Rotterdam. De online bijeenkomst is opgezet volgens de richtlijnen van het RIVM. 
 
Over dit programma
De Schaduwzijde van Coming Out Day is een project van Dona Daria en Student Pride NL en debatpodium Arminius, ondersteund door de Gemeente Rotterdam en GayRotterdam.
 
 

O.l.v. stadsdichter Yvette Neuschwanger en SchiedamsLef aan de slag met een eigen gedicht over diversiteit.

Meld je hier aan!

Zaterdag 24 september had je natuurlijk al met dikke roze viltstift in je agenda aangekruist. Niet alleen is dan de Rotterdam Pride in volle gang, tevens is Camp Pride de thuishaven van tal van leuke culturele activiteiten en lekkere hapjes en drankjes. En als je het hebt over waarom je op 24 september naar Camp Pride moet komen, dan is de expositie van Djojo & Versteeg zeker een argument waar je mee thuis kunt komen. GayRotterdam zocht het duo op.

Donna bij Deep in Vogue

dinsdag 28 sept 2021

Kunsthal Rotterdam presenteert dit najaar - in samenwerking met Amber Vineyard, Mother van het eerste Nederlandse ballroomhouse House of Vineyard - ‘Deep in Vogue’. De tentoonstelling viert de ballroomcultuur en geeft context aan een subcultuur gevormd door en voor queer- en transgendermensen, zwart en van kleur. GayRotterdam had de mogelijkheid om bij de opening te zijn. Hier gaven Amber en Elly Vineyard ons een exclusief eerste kijkje in de expositie en na die rondleiding is de middag met een drankje afgesloten. Hieronder lees je het verslag van onze redacteur Donna Senders.

Waar denk jij aan bij de woorden house, mother en vogue? Hoogstwaarschijnlijk niet aan de dingen die bij Amber en Elly in hun hoofd schieten. In de Kunsthal Rotterdam staan deze woorden nu te pronken op de muur om de ballroomcultuur te vieren. Een cultuur die is ontstaan rond de jaren zeventig vanuit de underground scene in New York. Bij het grote publiek kreeg de cultuur voor het eerst aandacht nadat Madonna in 1990 haar muziekvideo Vogue lanceert. Veel mensen denken dan ook dat de dansvorm voguing iets is wat de Queen of Pop Madonna heeft bedacht. We zijn nog niet bij de eerste foto van de expositie, of Amber Vineyard heeft deze foute gedachte al rechtgezet: “Vogue is niet zomaar een dansje of iets wat Madonna in een nummer zingt. Wanneer ik dit aan mensen vertel, zie ik al meteen vraagtekens in hun gezicht. Dat doet me altijd weer beseffen dat kennisverspreiding over ballroomcultuur zo belangrijk is.”

Na de rondleiding van Amber en Elly blijft niemand meer met vraagtekens over. Met de expositie als hun decor, leggen ze woord voor woord uit wat de ballroomcultuur inhoudt. Het is duidelijk te merken dat deze cultuur onderdeel is van hun bestaan. Waar Elly Vineyard bij binnenkomst wat meer terughoudend is, gaat Elly los met interessante verhalen zodra er bij de beelden uitleg kan worden geven over de personen en onderwerpen die aan bod komen. In de tentoonstelling worden de belangrijkste aspecten uit de ballroomcultuur van de jaren 1980 tot nu belicht. Dertig zwart-witfoto’s van de Frans-Haïtiaanse documentairefotograaf Chantal Regnault vertellen het verhaal van de structuren en de onderlinge affectie binnen de gekozen families. Regnault legt tussen 1989 en 1992 veelvuldig de leden van de New Yorkse houses vast. Te zien zijn onder andere portretten van legendarische mothers en fathers, poserende families en de queergemeenschap in actie op balls in verschillende categorieën zoals fashion, realness, body en vogue performance. Beelden van onder meer Willi Ninja (1961 – 2006), ook wel de Godfather of Voguing genoemd, in uitdagende poses benadrukken de expressieve kracht van vogue. Met fragmenten uit de documentaire Voguing: The Message (1989) wordt in de tentoonstelling een beeld geschetst van de oorsprong van dit underground fenomeen.

1. Willie Ninja foto Chantal Regnault lage resolutieLegendarische voguer Willi Ninja met lichaamssieraad van Thierry Mugler, New York, juni 1989
Fotocredits: Chantal Regnault

Op één van de muren is een tijdlijn te zien. Het is in die tijdlijn meteen opvallend dat Europa erg laat is met bewustzijn rondom dit onderwerp. Daar heeft Elly de volgende conclusie op: “In Europa kennen mensen wel onderdelen uit ballroomcultuur, maar ze hebben geen idee waar het vandaan komt. Ze nemen dus stukjes mee in dansen, performances of wat dan ook - maar de cultuur blijft onderbelicht.” Die verspreiding van kennis gaat de Vineyards goed af. Ze zijn ook niet voor niets het eerste Nederlandse ballroomhouse. Maar daar stopt de visie niet. “Ik zou heel graag een écht materieel huis hebben waar de community kan langskomen”, vertelt Amber. Ze zou het fantastisch vinden als de ballroomcommunity in dat huis kan repeteren, of gewoon samenkomen. Er bestaan vaak misverstanden over dat soort huizen: “Vaak denken mensen dat ballroomhouses samen in een huis wonen of woonden. Dat is echter niet correct.” En dat bewijst weer dat er nog veel misverstanden over ballroomcultuur bestaan. “Ik hoop dat mensen na de expositie het museum geïnspireerd verlaten, en dat alle misverstanden over de ballroomcultuur uit de wereld zijn”, zegt Elly Vineyard. Bij ons is die missie zeker geslaagd.

Deep In Vogue is nog tot en met 9 januari 2022 in de Kunsthal Rotterdam te zien.

Het lijkt erop dat er in Rotterdam de afgelopen 2-3 jaar steeds dragqueens zijn en de “dragcultuur" steeds zichtbaarder wordt. Café Bonaparte is regelmatig - gepland of niet – het verzamelpunt van dragqueens, bij VINN kun je tot eind september naar de De Drag Dinner Show Summer Stars, gehost door Miss Ynel Regalo, regerend Miss Drag Nederland 2019/2020, bij Het Zalmhuis is Miss Mandy McCandy je gastvrouw in het weekend, en tot eind augustus is een tentoonstelling over de geschiedenis en het verschijnsel "drag" te zien in het Nationaal Jenevermuseum te Schiedam.

‘Ik heb zelf tien jaar in Rotterdam gewoond', zeg ik. ‘En elke keer als ik langs het standbeeld ‘De verwoeste stad’ van Zadkine fietste, moest ik er toch even naar kijken.’

‘Waar heb je in Rotterdam gewoond?’, vraagt hij.

‘Kralingen en Noordereiland. Maar niet in het sjieke gedeelte van Kralingen hoor.’

Ik heb André van Duin aan de lijn. Het is donderdag 29 april, negen uur in de ochtend. Ik had hem om half negen een appje gestuurd. ‘Ik bel je om 10 uur voor het interview.’ Ik kreeg meteen antwoord terug. ‘Het mag ook eerder hoor.’

Vanavond – 4 mei – gaat André van Duin spreken tijdens de Nationale Herdenking op de Dam.

 

Ik wil in het kader van 4 en 5 mei heel graag even terug naar je jeugd. Rotterdam 1947. Je groeide op in een verwoeste stad.

‘Ja. Ik groeide op in de naweeën van de verwoesting, maar toch heb ik er geen vervelende herinneringen aan overgehouden. Ik herinner me de bouwputten. Dat we overal in, op en onder konden kruipen, dat we overal konden spelen en dat we zomaar zonder al te veel problemen fikkies konden stoken. En ik herinner me de enorme openheid van de stad. Alles lag open. Alles lag braak. Alles was bouwgrond.’

En nu sta je als vierenzeventigjarige man op vier mei voor het Nationaal Monument op de Dam, tegenover de koning en de koningin en een verder nagenoeg leeg plein. Wat doet dat met je?

‘Ik voelde me uiteraard enorm vereerd toen Gerdi Verbeet mij belde met de vraag of ik wilde spreken. ‘Een sympathieke man die een breed publiek aanspreekt en die door wat hij heeft gedaan en door wat hij nog steeds doet verschillende generaties met elkaar verbindt.’ Dat is mooi. Het is iets dat je maar eenmaal in je leven zult doen. Ik mag vijf, zes minuten een toespraak houden die ik zelf heb mogen invullen.

 

‘Ik ben nog steeds die gewone Rotterdamse jongen die vroeger stiekem fikkie stookte.’

Natuurlijk kijkt het comité 4 en 5 mei de toespraak na of er geen vreemde of onjuiste zaken instaan en of ik onbedoeld geen mensen schoffeer bijvoorbeeld, maar verder ben ik vrij in wat ik zeg. Er is mij verteld dat ik rustig moet spreken. Overigens is De Dam niet helemaal leeg. Er zullen in totaal ongeveer honderd mensen aanwezig zijn die net als elk jaar kransen en bloemen namens verschillende organisaties zullen neerleggen.’

Wat roer je aan in je toespraak?

‘Van Rotterdam gaat het via de tewerkstelling van mijn vader in Duitsland en het Homomonument bij de Westerkerk naar de boodschap dat we blij mogen zijn dat we in Nederland wonen. Het is een serieuze aangelegenheid die een serieuze toespraak behoeft. Daar kan geen ruimte voor grappen zijn. Dus toen iemand mij vroeg of ik mijn toespraak misschien met grappen zou larderen, was het antwoord: ‘Nee, natuurlijk niet.’’

De punt van de roze driehoek van het Homomonument die in het water van de gracht ligt, wijst naar het Nationaal Monument op de Dam. Je bent homoseksueel, en op het moment dat je op de Dam staat, raak je als het ware de punt van de roze driehoek aan.

‘Ja. Ik ben me daar ook erg bewust van. Het wordt voor mij ook de eerste keer dat ik vier mei op de Dam aanwezig ben. Ik ga elk jaar naar het Homomonument om daar vier mei te gedenken. Die plek voelt toch als de plek waar ik op dat moment moet zijn. Daar worden ook elk jaar toespraken gehouden en kransen gelegd. Daar wordt ook herdacht. Daar wil ik graag bij zijn.’

Je bent – terecht – een alom gerespecteerd artiest en een uiterst sympathieke man. Je bent – met alle respect – meer de nationale knuffelopa dan de éminence grise van het regenboogactivisme.

‘Natuurlijk zijn de LHBT+-geschiedenis en LHBT+-emancipatie een beetje aan mij voorbijgegaan, net zoals het homo-uitgaansleven, omdat ik in die jaren drukdoende was met mijn carrière. Ik heb nooit op de barricades gestaan, nee, maar ik heb mijn homoseksualiteit ook nooit ontkend. Ik ging het onderwerp niet uit de weg.

Tot aan zijn overlijden kwamen Martin en ik overal samen. Het verbaast mij oprecht dat er nog steeds mensen zijn die zeggen: ‘Huh? Van Duin homoseksueel?’ Nee, ik ben geen Benno Premsela, Gerard Joling of Gordon, maar ik ben ook zeker niet in de kast gebleven.’

Het Algemeen Dagblad noemde je in 2017 ‘ruim een halve eeuw Nederlands grootste volkskomiek.’ Ik heb vanmorgen vroeg nog eens ‘Voor altijd’ bekeken, het lied van Danny Vera dat je voor Martin bij ‘Matthijs gaat door’ zong. Ergens door je leven heen is er iets veranderd. Je zou als komiek dertig jaar geleden waarschijnlijk nooit uitgenodigd zijn geweest voor de toespraak die je vier mei gaat uitspreken. Van volkskomiek naar de meest geliefde en hoogst gewaardeerde allround artiest van Nederland. Van ‘bloemkolen’ naar ‘Heel Holland bakt’. Is dat een proces, of sta je op een dag op en denk je: ‘Ik hang de fluitketel aan de wilgen?'

'Na vijftig jaar denk je ‘Ik wil wel eens wat anders’, dus toen Joop van den Ende aan mij en Kees Hulst voorstelde om ‘Sunshine Boys’ op de planken te brengen, zei ik meteen ja. Toen vervolgens Jan Slagter van Omroep Max mij benaderde voor ‘Heel Holland bakt’ zullen er vast mensen geweest zijn die gedacht hebben: ‘Oh jee, nu wordt het natuurlijk taarten smijten’, maar dat is uiteraard nooit onze bedoeling geweest.

Toch was dat in het begin lastig manoeuvreren, zeker na een grootheid als Martine Bijl. Ik ben heel voorzichtig begonnen. Mensen moeten de gelegenheid krijgen je als presentator te accepteren en ik moet de gelegenheid krijgen in die rol te groeien. Dat is gelukt. En daar zijn weer andere soortgelijke programma’s uit voortgekomen. ‘Heel Holland bakt Kids’ en ‘Heel Holland bakt de Herkansing’.

Maar ik ga ook het programma ‘Van Duin op de Volkstuin’ maken. Onder druk van de stadsuitbreiding wordt de volkstuin nogal eens bedreigd en ik was benieuwd naar de verhalen van de volkstuinbezitter. Dat zijn prachtige portretten van een enorme diversiteit, echt een enorme bagage aan verhalen. Prachtig. Ik ga in het Spoorwegmuseum in Utrecht een programma maken over modeltreinen. Een jongensdroom die uitkomt.

‘Het verbaast mij oprecht dat er nog steeds mensen zijn die zeggen: ‘Huh? Van Duin homoseksueel?’

Voor komende Kerstmis ga ik voor een tv-programma bij Omroep Max de rol van ‘Scrooge’ spelen. En naar aanleiding van mijn optreden bij ‘Matthijs gaat door’ met het lied ‘Voor altijd’ van Danny Vera, ben ik met Danny bezig met een Franstalig repertoire. Een album met vertaalde Franse chansons. Vertalingen van Aznavour. Dat zou mooi zijn. Al is Aznavour vaak wel triest.’

Het Franse chanson is iets anders dan de Duitse schlager.

‘Dat kun je wel zeggen, ja.’

Ik kan je de vertalingen van de Franse zangeres Barbara sturen. (*)

‘Graag!’

Het valt me nu weer op hoe benaderbaar je bent. Ik herinner me jou van zo’n vijftien jaar geleden toen ik op vrijdagmiddag wel eens in café De Pieper in Amsterdam kwam en jou en Martin daar ontmoette. Mijn hondje zat al snel op jouw schoot omdat je hem plakjes worst voerde.

‘Leeft je hondje nog?’

Nee, die is drie jaar geleden op bijna achttienjarige leeftijd overleden.

‘Ja, Martin en ik kwamen op vrijdagmiddag graag in De Pieper, samen met presentator Fred Oster en actrice Duck Jetten, ja. Gezellig.’

Toen ik een keer met mijn toenmalige vriend en mijn beginnend dementerende schoonmoeder op het terras zat en mijn schoonmoeder er maar niet over uit kon dat jij naast haar zat, vroeg mijn vriend of hij een foto van jou en zijn moeder mocht maken. Dat was geen enkel probleem.

‘Nee. Dat is het voor mij nooit. Als bekende Nederlander word je natuurlijk een beetje gemeengoed. Dat mag ook. Als ik terugdenk aan mijn idolen – Tom Manders, Tommy Cooper – dan weet ik nog hoe leuk ik het vond om deze mensen te ontmoeten en te mogen spreken. Vroeger was het een handtekening en tegenwoordig is het een fotootje. Het kost nauwelijks tijd en het doet groot plezier dus ik heb daar geen enkele moeite mee. Ik ben wars van sterallures en statusgevoeligheid. Ik ben nog steeds die gewone Rotterdamse jongen die vroeger stiekem fikkie stookte.’

En die nu op vier mei op de Dam het land mag toespreken.

‘Ja. En die nu op zijn vierenzeventigste op vier mei op de Dam het land mag toespreken.’

Zie ook: www.4en5mei.nl

(*) Barbara was de artiestennaam van Monique Andrée Serf (Parijs, 9 juni 1930 – Neuilly-sur-Seine, 24 november 1997). Ze was een Franse zangeres, tekstschrijver en componist van Joodse komaf. Beroemde liederen van haar zijn onder andere L’aigle noir, Nantes en La solitude. De vertalingen van haar liederen zijn tot stand gekomen in samenwerking met Jeroen de Beer.

Dit artikel verscheen eerder op de website van De Gaykrant.